h

SP deelt zorgen van Plaatselijk Belang Voorthuizen over giflek bij stortplaats Barneveld

30 augustus 2005

SP deelt zorgen van Plaatselijk Belang Voorthuizen over giflek bij stortplaats Barneveld

De Statenfractie van de Socialistische Partij heeft bij het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland opheldering gevraagd over het weglekken van giftige stoffen uit en stortplaats van de firma Vink BV in Barneveld. De provincie heeft tot nu toe geen gebruik gemaakt van haar recht om van de betreffende firma te eisen dat er een damwand wordt aangelegd rond de stort, om verdere verspreiding tegen te gaan. Sterker nog, volgens een nieuwe vergunning, die onlangs is afgegeven, is de verplichting om een damwand te slaan zelfs geschrapt.

De Vereniging Plaatselijk Belang Voorthuizen heeft onlangs de nieuwe beschikking aangevochten bij de Raad van State. De Gelderse SP deelt de kritiek van deze vereniging. Daarom zijn er door statenlid Toine van Bergen schriftelijke vragen gesteld over deze kwestie, aan de kersvers benoemde nieuwe Commissaris van de Koningin, Clemens Cornielje.

De SP wil ook een verklaring voor het feit, dat buiten de inrichting een verhoogde concentratie van het zeer giftige arseen is aangetroffen.
Vreemd wordt daarnaast gevonden dat GS van Gelderland zelf toegeven, dat eventuele lekkages uit de gifbelt niet goed in beeld gebracht kunnen worden. Ten slotte wil de SP graag weten wie er financieel aansprakelijk gesteld kan worden voor eventuele schade aan gezondheid en milieu in de toekomst.

Schriftelijke vragen op grond van art. 42 Reglement van Orde van Provinciale Staten van Gelderland over de vuilstortplaats van Vink B.V. in Barneveld

Aan: de voorzitter van Provinciale Staten
van Gelderland
Dhr. C. Cornielje

Arnhem, 31-08-2005

Geachte voorzitter,

Op 22 augustus 2005 werd bij de Raad van State een beroepschrift behandeld van de Vereniging Plaatselijk Belang Voorthuizen , gericht tegen een door GS van Gelderland verleende nieuwe milieuvergunning aan Vink Afvalverwerking te Barneveld voor de sanering van een vuilstortplaats.
In verband daarmee stellen wij u de volgende vragen:

1. Op grond van de nu geldende vergunning is Vink B.V. verplicht om een damwand aan te brengen wanneer er sprake is van verspreiding van de vervuiling, onder andere via het grondwater. Ook had bronreiniging binnen de inrichting plaats moeten vinden. Beide maatregelen zijn niet genomen door Vink B.V. Er zijn ook buiten de inrichting verhoogde concentraties van vervuilende stoffen waargenomen. Waarom heeft u Vink B.V. tot nu toe niet verplicht om een damwand aan te brengen, en bronreiniging binnen de inrichting uit te voeren?

2. Waarom hebt u in de nieuwe vergunning de verplichting om een damwand aan te brengen zelfs geschrapt, in de wetenschap dat de vervuiling zich nu reeds buiten de stort verplaatst?

3. Op grond waarvan concludeert u dat de buiten de inrcihting aangetroffen verhoogde concentratie arseen “normaal” is?

4. Het college van GS stelt dat eventuele lekkages van de onderafdekking van de stortplaats niet zijn te monitoren. Is er dan nog wel sprake van een handhaafbare vergunning?

5. Waarom wordt geen rekening gehouden met veranderende richtingstromen van het grondwater als gevolg van toekomstige ontwikkelingen rond de stortplaats? (zoals: verbreding A1; aanleg ontsluitingswegen, ontwikkelingen op recreatieterrein Zeumeren en de aanleg van bedrijventerrein Harselaar- Zuid).

6. Hoe wordt voorkomen dat vervuiling van de omgeving ontstaat via de bovenkant van de vuilstort, onder andere doordat meeuwen kunnen zorgen voor verspreiding van asbesthoudende grond?

7. Hoe zit het met de financiële aansprakelijkheid van het moederbedrijf Vink B.V., indien derden schade ondervinden door verspreiding van de vervuiling?

Namens de Statenfractie van de Socialistische Partij
Toine van Bergen, statenlid

Website van Plaatselijk Belang Voorthuizen

U bent hier