Ambtelijk rapport over werkkameraffaire verdwijnt in bureaulade
Ambtelijk rapport over werkkameraffaire verdwijnt in bureaulade
Het college van gedeputeerde Staten heeft geweigerd om een ambtelijk rapport vast te stellen, dat ging over de illegale aanbesteding van de werkkamers van oud-Commissaris van de Koningin Kamminga en oud-giffier Crasborn. En dat, terwijl GS zelf opdracht hadden gegeven om het rapport te schrijven. Het bewuste ambtelijk rapport is op 7 februari 2005 door de opstellers bij het college ingeleverd. Dat bleek gisteren in de rechtbank in Utecht, toen één van de opstellers van het rapport daar, onder ede, in het openbaar werd verhoord.
De betreffende ambtenaar was als getuige opgeroepen door oud-gedeputeerde Scheerder, die enkele jaren geleden het veld moest ruimen. Scheerder, die beschuldigd is van omkoping en valsheid in geschrifte, is inmiddels van bijna alle strafbare feiten vrijgesproken. Hij probeert nu in een civiele procedure aan te tonen dat hij, met name door Kamminga, ten onrechte in een kwaad daglicht is gesteld.
De mede- opsteller van het rapport liet gisteren geen spaan heel van het optreden van Kamminga in de “werkkamer-affaire”. In antwoorden op schriftelijke vragen deelde de oud- Commissaris van de Koningin de SP- fractie in 2001 mee, dat het gunnen van de werkkamers aan zijn goede vriend Vos uit Groningen toegestaan was, hoewel de inrichting van het hele provinciehuis op dat moment, na een Europese mededigingsprocedure, op dat moment was gegund aan de firma Ahrend. Enkele maanden geleden moest het huidige college van GS echter toegeven dat Provinciale Staten in 2001 onjuist zijn voorgelicht. Er zijn wel degelijk regels overtreden.
Hieronder volgen enkele citaten uit zijn verhoor.
“Het college heeft kennis genomen van ons rapport. Het is een ambtelijk rapport waarmee het college verder niet naar buiten is getreden. Ik sta volledig achter de inhooud van het rapport”.
“Eén van de bevindingen is, dat de heer Kamminga maximale invloed heeft aangewend om zijn kamer igericht te krijgen door de firma Vos te Groningen, buiten de Europeze aanbestedingsregels om. Die invloed is doorslaggevend geweest.”
“Op enig moment verschenen er in De Gelderlander artikelen over de inrichting van de werkkamer van de heer Kamminga. Die berichtgeving is aanleiding geweest voor vragen van de Staten. Toen die vragen beantwoord moesten worden, maakte Scheerder geen deel meer uit van GS. De verantwoordelijkheid voor de aanbesteding en inrichting van de werkkamers kon derhalve buiten de heer Scheerder om afgewikkeld worden”.
“De politiek en het college hebben het toen niet nodig gevonden om nader onderzoek naar de feitelijke gang van zaken te laten doen…..In zoverre hebben de Staten zich laten afschepen….”
“Voorts vind ik het in deze kwestie opmerkelijk dat de informatievoorziening naar buiten toe over de gang van zaken gemonopoliseerd is door de heer Kamminga. Hij zat daar bovenop. Dat lag niet voor de hand: het was niet zijn portefeuille. Een voorbeeld: dat de heer Kamminga op enig moment de fractievoorzitters bij elkaar geroepen heeft, en hen heeft geïnformeerd over de ‘feiten’ met betrekking tot de werkkamer. Diezelfde informatie heeft hij ook aan de VPRO-radio en de Minister van Binnenlandse Zaken verstrekt. De informatie werd ambtelijk voorbereid door een ambtenaar van de afdeling Voorlichting. De heer Kamminga heeft die informatie uiteindelijk volledig gedicteerd.”
“De handelswijze van de heer Kamminga in het kader van de beantwoording van vragen en berichtgeving naar buiten toe acht ik niet in overeenstemming met de eisen zoals die in het bestuursrecht aan de integriteit van een bestuurder worden gesteld”.
“Naar mijn mening is de reden van de heer Kamminga om zo te handelen geweest, dat hij nog maar kort tevoren een bestuurscrisis in de kwestie ‘Gelderland Events’ had overleefd. Een crisis naar aanleiding van de inrichting van zijn werkkamer zou hij naar mijn mening niet hebben overleefd”.
“Die crisis zou heel wel mogelijk zijn geweest indien de feitelijke informatie over de gang van zaken met de inrichting van de werkkamer van de heer Kamminga juist zou zijn geweest. Ik leid dit af uit de reactie van een tweetal fractievoorzitters: Zijlmans (VVD) en de Vries (CDA). Zij waren van mening dat, als de crisis rond Gelderland Events zich niet had voorgedaan, de heer Scheerder alleen al vanwege zijn verantwoordelijkheid voor de aanbesteding en inrichting van de werkkamers, in politieke zin gevallen zou zijn. Ik ben van mening dat, indien Zijlmans en de Vries die mening hadden over Scheerder, dit ook had gegolden voor de heer Kamminga, bij volledige openbaarheid”.
SP- fractievoorzitter Agnes Lewe zal tijdens de vergadering van de commissie Algemene Zaken van 21 september 2005 mondelinge vragen stellen over het feit, dat het rapport van 7 februari in een bureaulade is verdwenen.
Mondelinge vragen over werkkamer Kamminga
- Zie ook:
- Algemeen Bestuur