h

Adviseur Rijkswaterstaat: gevaar neemt juist toe door hoogwatergeul Veessen-Wapenveld

6 juni 2006

Adviseur Rijkswaterstaat: gevaar neemt juist toe door hoogwatergeul Veessen-Wapenveld

Staatssecretaris Schulz van Haegen is een fervent voorstander van de komst van de zwaar omstreden hoogwatergeul tussen Veessen en Wapenveld. Dat geldt echter niet voor al haar adviseurs. Professor Gerard van de Ven, hoogleraar Waterstaatsgeschiedenis van de Vrije Universiteit van Amsterdam, hoopt dat de geul er nooit komt. Sterker nog, hij stelt dat het door de geul voor kernen als Veessen en Vorchten zelfs gevaarlijker wordt.

Hoogleraar verfoeit komst hoogwatergeul

Door Jan Nitrauw

HEERDE – “Het bureau Oranjewoud heeft met het rapport Second-opinion een prima rapport afgeleverd. Er zijn mensen die er boos over zijn maar dat komt omdat het niet in hun kraam te pas komt. Maar ik hoop dat die hoogwatergeul er nooit komt”.

Dat zegt professor Gerard van de Ven, hoogleraar Waterstaatsgeschiedenis van de Vrije Universiteit in Amsterdam. De Amsterdamse hoogleraar maakt deel uit van het Expertisecentrum Waterkering van Rijkswaterstaat, en daar zal het rapport van Oranjewoud in aanwezigheid van opsteller Geert Roovers besproken worden.

Van de Ven steunt een aantal kernpunten uit het rapport van harte. “Als we dergelijke extreme afvoeren krijgen als de 18.000 m3/seconde die zo’n geul nodig zouden maken, zijn er bij Keulen al tientallen dijkdoorbraken geweest”, zegt van de Ven. Het water blijft dus in Duitsland en zal nooit tot de extreme waterstanden leiden die staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen en anderen gebruiken om de aanleg van de hoogwatergeul Veessen/Wapenveld te rechtvaardigen.

Ook wijst professor van de Ven er op dat slechts éénnegende deel van dergelijke topafvoeren via de IJssel wordt afgevoerd, de rest gaat via de Rijn. “Als er theoretisch al een verhoging van 16.000 naar 18.000 m3 komt, gaat er dus maar 200m3 via de IJssel. De dijken langs de IJssel zijn berekend op 16.000 m3 en hebben zelfs nog een overhoogte. Waar praat je dan over?”, vraagt van de Ven zich af. Waarbij hij nog een opmerkelijke kanttekening plaatst: “In de plannen van de regering lees je nergens hoe hoog de dijken nu eigenlijk zijn, dat blijft kennelijk geheim”.

Overigens, het 250 pagina’s tellende rapport ‘Risico’s in bedijkte termen’ van het RIVM (Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieu) over de kansen op overstromen in Nederland van mei 2004, meldt ook dat ‘hogere afvoeren dan 16.000 m3 tot substantiële overstromingen (in Duitsland JN) leiden. De afvoeren naar Nederland zijn daarmee begrensd’, zegt dit rapport klip en klaar.

Badkuip

Ook onderschrijft van de Ven de conclusie van Oranjewoud met betrekking tot de risico’s voor de kernen Veessen en Vorchten die in een ‘badkuip’ komen te liggen. Het rapport Second-opinion meldt dat de kans op slachtoffers door de aanleg van de hoogwatergeul 30-40 keer groter wordt. “De commissie Boertien heeft onderzoek gedaan naar dergelijke maatregelen bij de Maas. Daar is nog nooit iemand verdronken bij overstromingen maar Boertien meldt dat de kans groot is dat er nu wel mensen verdrinken”, aldus van de Ven.

De oorzaak is dat door juist kleine gebieden in te dijken, de stijgsnelheid van het water bij een calamiteit zo groot is dat mensen niet meer weg kunnen komen. Van de Ven kan kan de maatregelen die staatssecretaris Melanie Schultz wil nemen niet verklaren. “Het draait allemaal om scenario’s, om aannames. En de staatssecretaris wil blijkbaar vooral scoren”, aldus van de Ven die sceptisch is over de eigen inbreng van de staatssecretaris Schultz die, zo laat hij doorklinken, vooral haar adviseurs volgt. “Daartegenover is het rapport Oranjewoud heel gedegen, goed onderbouwd”, zijn de lovende woorden van de hoogleraar Waterstaatsgeschiedenis.

De Expertisecommissie die het rapport nu gaat bespreken, zal geen officieel advies uitbrengen. “Onze adviezen vielen in het verleden niet bij iedereen in goede aarde”, merkt hij cynisch op. Wel overweegt hij om zelf een opiniërend artikel te schrijven over zijn bevindingen. “De behandeling in de Tweede Kamer is weer uitgesteld dus wie weet vind ik daar tijd voor”, laat professor van de Ven tenslotte weten.

Bron: Heerde huis aan huis, 6 juni 2006

CDA- kamerlid: gedeputeerde Keereweer distantieerde zich van motie over Lent en Veessen

U bent hier