Gelderland

De Gelderse SP fractie maakt zich zorgen over een mogelijke boeteclausule bij de geplande verkoop van de aandelen NUON. Bij de verkoop van Essent aan RWE zou sprake zijn van een miljoenen boete wanneer de verkoop niet doorgaat. Dat zet de vrije en democratische besluitvorming onder hoogspanning. De SP-fractie, die tegen de verkoop van NUON is, vraagt het college van gedeputeerde staten van Gelderland om zich te verzetten tegen zo'n clausule bij NUON.

Het Duitse energiebedrijf RWE dreigt met een boete als de aandelen in Essent niet worden verkocht. Een dergelijke boete zou ook mogelijk zijn bij de eventuele verkoop van NUON. De Gelderse SP wil dat het dagelijks provinciebestuur alles in het werk stelt om een boetebeding in het eventuele verkoopcontract van de aandelen NUON te verhinderen.

SP-statenleden Alex Mink en Eric van Kaathoven hebben daarom schriftelijke vragen gesteld. Zij willen weten of er in de gesprekken met de beoogde overnamekandidaten sprake is van een boeteclausule (de zogenaamde breakfee) wanneer het contract wordt verbroken. Ook willen de statenleden weten of de directie van NUON wel eenzijdig mag besluiten om de boete in het contract op te nemen. Wat de SP betreft is de boete helemaal niet aan de orde omdat daarmee de gemeenteraden en provinciale staten onder druk worden gezet om de aandelen sowieso te verkopen. Hieronder staan de vragen van de SP-statenleden.

De SP is tegen de verkoop van NUON aan een buitenlandse energiereus en wil dat de aandelen in publieke handen blijven. Fractievoorzitter Van Kaathoven: `Energie is een basisvoorziening, net als drinkwater. Zo iets belangrijks moeten we niet overlaten aan de grillen van de vrije markt en aan buitenlandse bedrijven. Straks hebben we niets meer te zeggen over schonere centrales, de aanpak van topsalarissen, afsluitbeleid, eerlijke prijzen en behoud van werkgelegenheid.'

Schriftelijke vragen:

1. Bent u bekend met het krantenartikel “verkoop Essent staat onder druk van boete” uit het Brabants Dagblad d.d. 21 januari 2009?

2. Verwacht het college van Gedeputeerde Staten dat er in de koopovereenkomst van de NUON-aandelen ook een boetebeding bij de annulering van de verkoop (breakfee) wordt opgenomen?

3. In hoeverre is de directie van NUON gerechtigd om een dergelijke clausule in de koopovereenkomst op te nemen?

4. Is het college het met de SP-fractie eens dat de opname van een breakfee in de koopovereenkomst zorgt voor onwenselijke beïnvloeding van de democratische besluitvorming over de aandelenverkoop?

5. Is het college bereid alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat er geen breakfee wordt opgenomen in de overeenkomst?