Gelderland

Hoogleraar Opvoedkunde Jo Hermanns van de Universiteit van Amsterdam gaat onderzoeken hoe voorkomen kan worden dat kinderen die voor langere tijd in een pleeggezin worden geplaatst, voortijdig met ruzie vertrekken. De SP wil van het dagelijks provinciebestuur weten of en hoeveel kinderen en jongeren binnen de Gelderse jeugdzorg binnen pleeggezinnen problemen krijgen en dient daarom schriftelijke vragen in.

De helft van de geplaatste kinderen vertrekt uit het pleeggezin door hoogoplopende conflicten. Gedragsproblemen zijn in de meeste gevallen de oorzaak. Deze kinderen hebben een grotere kans dat het bij een volgend pleeggezin ook niet lukt, waardoor de kans op psychische problemen en daarmee een beroep op de jeugdzorg ook toeneemt.

SP-statenlid Cobi van Driel wil weten of de problemen ook binnen Gelderland voorkomen: “het is een slechte zaak als kinderen en jongeren binnen pleeggezinnen problemen ondervinden. Het onderzoek van Hermanns kan meer duidelijkheid bieden. In de tussentijd willen wij weten op welke schaal dit binnen Gelderland voorkomt”.

Van Driel ziet ook oplossingen voor de problemen. Een mogelijkheid zou kunnen zijn dat, door pleegouders persoonlijke coaching aan te bieden, de kinderen (en het pleeggezin) de problemen beter de baas kunnen. Zij wil weten hoe de begeleiding van pleeggezinnen werkt en of justitiële inrichtingen of andere jeugdzorginstellingen hierdoor meer aanmeldingen krijgen.

Wat de SP betreft moet deze situatie zo snel mogelijk verbeteren. De moeilijke start die pleegkinderen hebben omdat ze uit huis geplaatst zijn, moet niet ontaarden in een hopeloze situatie omdat pleegouders niet goed toegerust zijn voor hun taken.

Lees hieronder de vragen:

Inleiding
In een artikel van Binnenlands Bestuur (15-7-2010) wordt een onderzoek aangekondigd naar de begeleidingsmethoden in pleeggezinnen. Hoogleraar Opvoedkunde Jo Hermanns van de UvA stelt dat 30-50% van de pleegkinderen het niet volhouden in hun pleeggezin. Naar verluid liggen bestaande gedragsproblemen bij de kinderen veelal ten grondslag aan de hoogoplopende conflicten binnen een pleeggezin.¹

Naar aanleiding van dit artikel heeft de SP-fractie de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten:

1. Kan de Gedeputeerde aangeven hoe de situatie is in Gelderse pleeggezinnen? Zo nee, bent u bereid om dit te onderzoeken ?
2. Bent u het met ons eens dat dit een dramatische ontwikkeling is, die zo snel mogelijk gestopt moet worden?
3. Bent u op de hoogte van de huidige begeleidingsmethodiek van pleeggezinnen? En door wie die begeleiding wordt uitgevoerd?
4. Is bij u bekend hoe pleeggezinnen voorbereid worden op de komst van een pleegkind?
5. Acht u het mogelijk dat door bovengenoemde problemen, bij justitiële inrichtingen en overige hulpverleningsinstanties binnen de jeugdzorg meer aanmeldingen binnen zullen komen? En zo ja, kunt u een schatting maken van de kosten daarvan?
6. Bent u bereid om in de toekomst aanvullend provinciaal geld in te zetten voor een betere begeleidingsmethodiek (persoonlijke coaching van pleegouders)?