h

Opinie: In Gelderland regeert de willekeur

7 maart 2013

Opinie: In Gelderland regeert de willekeur

Volgens SP-fractievoorzitter Eric van Kaathoven regeert op het Gelderse provinciehuis de willekeur. De rijke provincie Gelderland kan zonder dat het pijn doet, veel geld uit kan geven aan allerlei nuttige of minder nuttige dingen. Allerlei verzoeken om geld worden gehonoreerd of afgewezen zonder dat vooraf duidelijk is wie wel geld krijgt en wie niet en waarom wel of niet. Daar moet zo snel mogelijk een eind aan komen.

In Gelderland regeert de willekeur

Gelderland is een rijke provincie. Dat betekent dat de provincie zonder dat het pijn doet, veel geld uit kan geven aan allerlei nuttige of minder nuttige dingen. En omdat de provincie een zogenaamde open huishouding heeft, kan de provinciale politiek over elk onderwerp zeggen dat er geld en beleid voor nodig is. Een belangrijk deel van de debatten gaan over die vraag. Zo wil de SP graag dat de provincie geld blijft geven om bibliobussen op het Gelderse platteland te laten rijden. Een fractie als die van de VVD denkt daar anders over. Daar is niets mis mee. Maar in het Gelderse provinciehuis gebeuren dingen waar wel vraagtekens bij gezet kunnen worden. Allerlei verzoeken om geld worden gehonoreerd of afgewezen zonder dat vooraf duidelijk is wie wel geld krijgt en wie niet en waarom wel of niet. De besluiten die hierover genomen worden, zijn niet doorzichtig en volstrekt onvoorspelbaar. Op het Gelderse provinciehuis regeert de willekeur.

Kijk maar eens naar een aantal besluiten van de laatste tijd. Museum Oriëntalis krijgt geld terwijl de provincie normaal geen musea steunt. Gemeente Apeldoorn krijgt geld voor het onder de grond brengen van hoogspanningskabels terwijl dit een taak is van staatsbedrijf Tennet en andere gemeenten geen provinciaal geld hiervoor krijgen. Voor Wageningse festiviteiten rond 4 en 5 mei trekt de provincie geld uit terwijl deze steun binnen geen enkel provinciaal beleid past. De provincie trok de verplaatsing van zand- en grindoverslagbedrijf De Beijer uit de uiterwaarden van Kekerdom naar zich toe, terwijl eigenlijk het Rijk hiervoor aan de lat stond. De miljoenen voor de aankoop van grond, de uitkoop van het bedrijf en de aanleg van een rondweg in Dodewaard, staan nu ineens op de provinciale begroting. Om de gemeente Beuningen die in financieel zwaar weer zit, te helpen werd door het college van Gedeputeerde Staten een flinterdunne redenering gehanteerd zonder dat er ook maar een letter provinciaal beleid voor noodlijdende gemeenten was geschreven. Of ook andere gemeenten geholpen worden en wat dat gaat kosten, is volkomen onduidelijk. En als klapper op de vuurpijl stopt de provincie honderden miljoenen in de doortrekking van de A15, een Rijksweg waar de provincie dus geen cent voor uit zou hoeven te trekken. Tegelijk worden veel bezuinigingen op sociaal en cultureel vlak verdedigd met het argument dat het geen provinciale taken zou betreffen. Rijkswegen zijn in ieder geval per definitie geen provinciale taak. Snapt u het nog?

Het zijn allemaal voorbeelden van zaken waar je afhankelijk van je politieke voorkeur, best enthousiast voor kunt zijn dat er geld naar toe gaat. Maar daar gaat het hier niet om. Om willekeur te voorkomen maak je normaal gesproken beleid met duidelijke doelen die bereikt moeten worden, met een begroting hoeveel geld je ervoor uit wilt trekken en criteria waaraan verzoeken om een provinciale bijdrage moeten voldoen. Dan kan iedereen snappen waarom je als provincie ‘ja’ zegt tegen geld voor project A en ‘nee’ tegen project B. ‘Ja’ tegen gemeente A en nee tegen gemeente ‘B’. Laat je dat los, dan ontstaat willekeur. Dan snapt niemand meer waarom de een wel geld krijgt en de ander niet.

Dat beeld wordt nog versterkt door het terugkerende circus van willekeur bij de toekenning van provinciale miljoenen aan regio’s en steden. Bij herhaling wordt na een geslaagde lobby veel geld uitgetrokken voor zaken die misschien nuttig zijn of zelfs heel nuttig zijn, maar die niet op onderliggend provinciaal beleid gestoeld zijn. Tegelijk vallen anderen buiten de boot. Zij worden wegbezuinigd of vangen bot bij een verzoek om een provinciale bijdrage. Het begint er sterk op te lijken dat wie provinciaal geld krijgt en wie niet, niet terug te herleiden is op objectieve door iedereen toetsbare criteria en vastgelegd beleid maar op succesvolle lobbykanalen. Dat is funest voor de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de (provinciale) overheid.

Daar moeten we zo snel mogelijk mee stoppen. De keuzes die de provinciale politiek maakt, moeten consequent worden en dat zal nog een hele opgave zijn. Het betekent dat de Statenleden en het College ‘nee’ moeten zeggen tegen verzoeken om geld voor initiatieven waar we warm van worden, waar we helemaal achter staan, maar waarvoor geen provinciaal beleid is gemaakt. Makkelijk is dat niet. Maar het kan wel. Zo stemde de Gelderse SP-fractie een aantal jaren geleden tegen geld voor een nieuwe voorziening voor de regionale voedselbank in Arnhem. Dat voorstel kwam uit de lucht vallen en paste in geen enkel provinciaal beleid. Dus vonden we dat we – hoe mooi het doel ook is – tegen moesten stemmen. Dat was pijnlijk. Maar het alternatief, de willekeur laten regeren, is nog pijnlijker.

Eric van Kaathoven, fractievoorzitter van de SP fractie in Provinciale Staten

Een ingekortte versie van dit artikel verscheen 7 maart 2013 in de Gelderlander

U bent hier