h

Geen draagvlak, geen windmolen

15 juni 2017

Geen draagvlak, geen windmolen

Foto: Bas Stoffelsen

De SP-fractie in de Provinciale Staten van Gelderland is vóór de plaatsing van windmolens, maar voldoende draagvlak onder de bevolking is een vereiste. Dat stelt SP-Statenlid Paul Kusters.

Onze traditionele energiebronnen worden vervangen door nieuwe. Dat is een groot en ingrijpend proces, ook wel aangeduid als de energietransitie. Steenkool, olie en aardgas raken op. De afhankelijkheid ervan maakt ons economisch kwetsbaar en we verstoren de ecologische balans als we op de oude voet doorgaan. Warmte en met name elektriciteit, opgewekt uit ‘onuitputtelijke’ bronnen, moet in de toekomst onze energievoorziening worden.

Dat stelt ons voor nieuwe uitdagingen, ook in de Gelderse politiek. Want het opwekken van warmte en elektriciteit uit nieuwe energiebronnen vereist dat wij als provincie beslissingen moeten nemen over de plekken waar die energie opgewekt gaat worden. Daarnaast kost het geld, in tijd en moeite, om de burgers in Gelderland hierover te informeren en ze nadrukkelijk bij de transitie te betrekken. Het is een gezamenlijke opgave.

De provincie Gelderland heeft toegezegd dat zij 230,5 MW (megawatt) aan elektriciteit via windturbines op gaat wekken, uiterlijk in 2020. Omgerekend betekent dit dat er dan ongeveer 90 windmolens zullen staan. Op dit moment zijn er 38 geplaatst. De SP vindt dit een waardevol streven. We willen graag een bijdrage leveren aan het plaatsen van deze turbines op plekken waar er weinig bezwaar tegen is. Het liefst alleen op plekken waar we op breed maatschappelijk draagvlak kunnen rekenen. Juist daar lijkt de schoen steeds vaker te wringen. Even kort door de bocht: een gemeente kan de ‘vermoorde onschuld’ spelen en de zaak doorschuiven naar de Provincie, een initiatiefnemer kan een inpassingsplan van de Provincie eisen en met dat in de hand het vereiste van draagvalk omzeilen.

Natuurlijk kunnen we de transitie niet volledig bereiken met alleen windenergie. Andere mogelijkheden om energie op te wekken zijn bijvoorbeeld elektriciteit uit zonnepanelen, aardwarmte en waterkracht. Een combinatie van verschillende energiebronnen verdient de voorkeur en maakt dat de grote ambities werkelijkheid kunnen worden. Elke keuze die we maken zal een effect hebben op ons en op het landschap om ons heen, in de stad én de landelijke omgeving. In dit artikel richten we ons op de discussie over plaatsing van de windturbines.

Wat zijn de feiten?

Als provincie hebben we in ieder geval met enkele vaststaande gegevens te maken: de Elektriciteitswet en onze Windvisie. De Elektriciteitswet uit 1998 zegt dat de Provinciale Staten de verplichting hebben om een inpassingsplan vast te stellen in het geval dat een gemeenteraad geen planologische medewerking wil verlenen, er sprake is van een vanuit ruimtelijk oogpunt geschikte locatie en zolang nog niet aan de minimumrealisatienorm [van 230,5 MW] is voldaan. Het geïnstalleerd vermogen aan windturbines in Gelderland is op dit moment 82 MW. Met minder dan drie jaar te gaan, moet er nog krap 150 MW aan vermogen uit windturbines worden bijgeplaatst (ongeveer 55 windmolens).

De Windvisie van de provincie Gelderland bevat locaties waarbij in beginsel sprake is van draagvlak. Dat wil zeggen: bijna alle gemeentebesturen hebben destijds ingestemd met het opnemen van de locaties in de Windvisie. Er wordt een dringend beroep op de gemeenteraden gedaan om serieus werk te maken van het draagvlak, om inwoners een partner te maken van de energietransitie. Het gaat om onze gezamenlijke energievoorziening. De gemeenteraad kan in de weigerstand gaan en zo het besluit doorschuiven naar de provincie. De Provincie kan de aanvraag van een initiatiefnemer om het bestemmingsplan vast te stellen of te wijzigen immers niet afwijzen, zeker niet zolang de Provincie haar doelstelling van 230,5 MW niet heeft behaald. Dit is slechts anders indien realisering van het park op de betrokken locatie in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

De visie van de SP in Gelderland

In het verkiezingsprogramma van de SP in Gelderland zeggen we over windenergie het volgende:

Los van een aantal zaken waar de provincie wel de regie moet voeren wil de SP zo veel mogelijk overlaten aan de lokale democratie. De gemeenteraad kan het beste een lokale afweging maken die goed is voor de gemeente. Wat weegt bijvoorbeeld zwaarder? De schone stroom die windmolens opleveren of de verandering in het landschap die deze molens veroorzaken? De provincie moet de keuzes van gemeenten in zo’n geval respecteren en alleen in het uiterste geval ‘overrulen’. Draagvlak is voor de SP essentieel voor een succesvolle groei van windenergie in Gelderland. Die groei achten wij haalbaar en wenselijk om onze stroomvoorziening steeds duurzamer te maken.

Kortom: geen draagvlak? Geen windmolen!

Maar dat draagvlak staat, zoals gezegd, onder druk en dat wekt ergernis op. Terecht wil gedeputeerde Jan Jacob van Dijk gemeenten niet dwingen om windmolens te plaatsen. Volgens hem werkt het veel beter als dorpen of stadsbuurten zelf meeprofiteren van de opbrengst van de windmolens in hun buurt. En dat is grotendeels in lijn met de ideeën van de SP; wij denken dat draagkracht afhankelijk is van de mate waarin omwonenden financieel meeprofiteren.

Maar de praktijk is veel grilliger, zo bleek eind vorig jaar. Voor de plaatsing van vier turbines in de Bijvanck bij Angerlo deed energiebedrijf Raedthuys een beroep op de Crisis- en Herstelwet. Met die wet in de hand kan het draagvlak onder omwonenden omzeild worden. Gedeputeerde Van Dijk stelt in dat geval geen andere keuze te hebben dan mee te werken. Maar hij legt zich hier niet bij neer. Van Dijk wil het Rijk zover krijgen dat het voor commerciële initiatieven niet meer mogelijk wordt om de provincie voor hun karretje te spannen, de lokale bestuurders te passeren en zo de discussie over draagvlak om zeep te helpen.

Pijnlijk?

Niet elk landschap leent zich voor windenergie en in de ene gemeente is de bereidheid tot het plaatsen van windturbines groter dan in de andere. SP Gelderland is van meet af aan duidelijk geweest: geen draagvlak, geen windmolen. Met dien verstande dat we kritisch naar dat draagvlak kijken. Hoe is dat tot stand gekomen, wie maken er deel van uit, wat zijn de bezwaren? En kijkend naar de gemeente: heeft deze zich echt ingespannen om de inwoners bij de transitie te betrekken, gezamenlijk de consequenties doorgesproken, meegedacht bij eventuele compenserende maatregelen? Of wordt de ‘hete aardappel’ naar de provincie doorgeschoven? Het bewust ‘overrulen’ van de lokale democratie geeft ons een vieze smaak in de mond.

Om onze energieambities te halen en de transitie naar duurzame energie  succesvol te laten verlopen moeten er meters worden gemaakt. We zijn ons er zeer van bewust. Het kan niet zo zijn dat de wet- en regelgeving die de burgers beschermt, uiteindelijk slechts ten dienste staat van bedrijven als Raedthuys, die gebruik maken van onze energiebehoefte en de energietransitie.

De SP-fractie in de Staten is daarom kritisch over het plan voor windturbines in de Bijvanck bij Angerlo. En we zijn heel benieuwd naar het volgende hoofdstuk in deze discussie, het initiatief voor drie windmolens tussen het spoor en de A2 in de Bommelerwaard bij Zaltbommel. Notabene een initiatief vanuit de samenleving dat ook bij de provincie moet aankloppen, omdat B&W van Zaltbommel het plan niet steunen. En wat te denken van de windenergieambities van Winterswijk? Daar zet men de plannen in de ijskast, en wacht op voortschrijdende inzichten.

Paul Kusters

Statenlid SP, woordvoerder duurzaamheid

Reactie toevoegen

U bent hier