h

Onderzoek Provincie: diergeneesmiddelen en -hormonen vervuilen grond- en oppervlaktewater en bodem

6 september 2018

Onderzoek Provincie: diergeneesmiddelen en -hormonen vervuilen grond- en oppervlaktewater en bodem

Foto: Bas Stoffelsen

De SP is blij dat de provincie uiteindelijk toch onderzoek heeft laten doen naar resten van diergeneesmiddelen en -hormonen voorkomend mest, in bodem en water. Al begin 2016 vroeg SP-Statenlid Astrid Vollebregt hier aandacht voor naar aanleiding van plannen voor een megastal in Wichmond. De eigenaar wilde daar op grote schaal embryo-winning bij koeien laten plaatsvinden. Gelukkig heeft de provincie besloten dit onderzoek te laten plaatsvinden. Uitslag van het onderzoek: De resten van bovengenoemde stoffen zijn inderdaad aangetroffen in het milieu, onder andere in grond- en oppervlaktewater. Nader onderzoek is nodig naar de mogelijke risico’s die dat met zich meebrengt.

SP-Statenlid Astrid Vollebregt: “Het is heel goed nieuws dat dit onderzoek eindelijk is gedaan. Ik heb er flink aan moeten trekken. Het gebruik van medicijnen en hormonen in de veeteelt is de afgelopen decennia flink toegenomen. Daarom heb ik twee jaar geleden gevraagd om onderzoek te doen naar de gevolgen die dat heeft op onze leefomgeving. Het meest merkwaardige was dat toen geen enkele instantie daar antwoord op kon geven. De provincie niet, die per slot van rekening verantwoordelijk is voor de kwaliteit van ons grondwater, maar ook het ministerie van EZ, RIVM, waterschap dan wel waterleidingmaatschappij, noch de Wageningen Universiteit konden antwoord op onze vragen geven. Nu is er een begin gemaakt met een onderzoek en dat is verheugend omdat het zo belangrijk is!”.

De provincie Gelderland heeft samen met de Waterschappen, de rijksoverheid en Vitens een verkennend onderzoek laten uitvoeren naar de aanwezigheid van resten van diergeneesmiddelen. Het onderzoek richtte zich op de kalver- en varkenshouderij, m.n. op het risico van uitspoeling. Voor het onderzoek werden vijf op zandgrond gelegen bedrijven in Gelderland geselecteerd uit iedere sector. Op basis van de meetresultaten concludeerden de gezamenlijke partijen dat resten van diergeneesmiddelen inderdaad in mest en milieu aangetoond kunnen worden. Een eerste stap is gezet!

De belangrijkste resultaten:

  • Vrijwel alle onderzochte diergeneesmiddelen die in de tien veehouderijen zijn gebruikt, werden aangetroffen
  • De drijfmest van varkens en kalveren bevat resten van diverse groepen antibiotica. Een deel wordt met name teruggevonden in mest, bodem en waterbodems, omdat ze zich sterk hechten aan de bodemdeeltjes en ook nog eens slecht afbreken. Met name die delen die zich minder goed hechten zijn vooral teruggevonden in grond- en oppervlaktewater omdat ze oplossen in dit water.
  • In de mest zijn verschillende resten van anti-parasitaire middelen (anti-worm) gemeten. Vooral in de varkensmest zijn de hoogste concentraties aangetroffen. In de bodem waren deze stoffen ook aanwezig, weliswaar in lagere concentraties. De resultaten duiden op slechte afbreekbaarheid.
  • Geslachtshormonen worden normaal gesproken door dieren van nature geproduceerd en uitgescheiden. De resultaten laten zien dat verschillende hormonen worden teruggevonden, voornamelijk in de mest en in de bodem. Hieruit volgt, dat bij extra toediening van hormonen er wel degelijk hogere concentraties zullen voorkomen. Er zijn incidenteel al vrouwelijke hormonen in grondwater en waterbodems aangetroffen. Toen in de jaren zestig de eerste pil (Lyndiol) zijn intrede deed, kregen de mannen in Londen last van borstvorming, doordat de rioolresten in het drinkwater terecht kwamen. Er is dus wel degelijk een groot risico voor de volksgezondheid.
  • Opvallend is dat het zwangerschapshormoon progesteron in bijna alle bodemmonsters en veelvuldig in grond- en oppervlaktewater in weliswaar lage concentraties is gevonden. Het zat echter niet in varkens- en kalvermest. De oorsprong van de stof is vooralsnog onduidelijk, maar mogelijk is het injecteren van koemest de oorzaak hiervan. Het is met name de massaliteit van de veehouderijen die een risico met zich meebrengt.

Vollebregt: “Het is belangrijk om te weten dat diergeneesmiddelen inderdaad in het milieu worden aangetroffen. Er zijn nog geen officiële normen vastgesteld omdat men nog niet weet welke concentraties in bodem en water al of niet acceptabel en dus veilig zijn. Daarvoor is verder onderzoek nodig en ik hoop dat men er voortvarend mee aan de slag gaat. Want alleen daarmee kunnen wij de veiligheid van mens, dier en natuur waarborgen”.

Reactie toevoegen

U bent hier