h

SP op de bres voor milieustrijd Mies Bouwman en stichting Red de Betuwe

9 september 2003

SP op de bres voor milieustrijd Mies Bouwman en stichting Red de Betuwe

De Gelderse Statenfractie van de Socialistische Partij heeft vandaag schriftelijke vragen gesteld aan het college van GS van Gelderland over plannen om bij het Betuwse Ingen een grootschalige stort van giftig slib te realiseren.
Directe aanleiding is een brief van de directeur van de initiatiefnemer, zand- en grindbedrijf de Ingensche Waarden BV, aan de raadscommissie Ruimte van de gemeente Buren. In deze brief beweert directeur D. van Waning dat een “tegenwerkende” provinciale projectleider na een gesprek van hem met een Gelderse gedeputeerde is vervangen door een andere collega, waarmee het voor hem beter zaken doen zou zijn. De oorspronkelijke projectleider werd veel te kritisch gevonden over de door de Ingensche Waarden ingediende concept- Milieu Effect Rapportage voor de slibstort.

De SP wil van het college van GS weten of men inderdaad gezwicht is voor de druk van van Waning. Als dit het geval is vinden wij dat een zeer ernstige zaak, die om nader onderzoek vraagt.

Daarnaast willen wij meer algemene informatie over dit project, omdat het naar onze mening niet op zijn plek is op de betreffende plaats. De Rijnuiterwaarden bij Ingen zijn een gebied met een grote natuurwaarde. Na een daar uit te voeren zandwinproject wil men de dan vrijkomende ruimte vervolgens weer opvullen met giftig slib. Er is elders in het land, vooral op de Maasvlakte, nog steeds voldoende ruimte voor te storten giftig rivierslib.

Reeds vele jaren lang voert de Stichting Red de Betuwe, met de voormalige televisiepersoonlijkheid Mies Bouwman als beschermvrouwe, strijd tegen de plannen. Gevreesd wordt dat het giftige slib zich op den duur vanuit de dumpplaats, onder andere via het grondwater zal verspreiden. Ook wordt, door de diepte van de afgravingen, verzakking van de dijken mogelijk geacht.

Bijlage: brief van directeur van Waning (Ingensche Waarden BV) aan de raadscommissie Ruimte van de gemeente Buren
SCHRIFTELIJKE VRAGEN (CONFORM ART. 42 REGLEMENT VAN ORDE VAN PROVINCIALE STATEN)

Arnhem, 09-09-2003

Aan: de Voorzitter van Provinciale Staten

Geachte Voorzitter,

Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan een Milieu effect rapportage (MER) betreffende plannen om in de uiterwaarden bij Ingen een grootschalig depot voor sterk verontreinigd slib in te richten. De plannen zijn ontwikkeld door De Ingensche waarden BV. De slibstort moet volgens de plannen komen in een kwetsbaar uiterwaardengebied. De SP ziet vooralsnog de noodzaak van het inrichten van een slibstort op deze plaats niet in. Immers, we hebben in Nederland voor dit sterk vervuilde slib al een stortplaats op de Maasvlakte.
Wij zijn in het bezit gekomen van een brief die door de betreffende firma is geschreven aan de Raadscommissie Ruimte van de gemeente Buren, gedateerd 14 februari 2003 (bijlage). In verband hiermee stellen wij u de volgende vragen:

  1. Is het juist dat de toenmalige provinciale projectleider van mening was dat een eerder ingediend concept- MER op diverse punten van onvoldoende kwaliteit was?
  2. Wat waren in hoofdlijnen de bemerkingen van deze projectleider?
  3. Volgens de directeur van Biesbosch B.V. en De Ingensche waarden B.V., dhr. van Waning ondervond hij dermate veel tegenwerking van de voormalige projectleider, dat hij contact opgenomen heeft met de verantwoordelijk portefeuillehouder binnen het college van Gedeputeerde Staten. Heeft dit gesprek plaatsgevonden, en wat waren de discussiepunten tijdens dit gesprek?
  4. Is het juist dat Uw college naar aanleiding van dit gesprek een andere provinciale projectleider heeft aangesteld?
  5. Welke andere afspraken zijn er naar aanleiding van het gesprek gemaakt over het vervolgtraject van de plannen m.b.t. het slibdepot, en in het bijzonder de inhoud van de Milieu Effect Rapportage?
  6. Is het juist dat provinciale ambtenaren hun medewerking verlenen of verleend hebben aan het schrijven van een nieuwe Milieu Effect Rapportage? Indien dat het geval is, staat dit gegeven dan niet op gespannen voet staat met de onafhankelijke rol die de provincie moet spelen?
  7. In het bestemmingsplan uiterwaarden 2002 van de gemeente Buren wordt de locatie omschreven als natuurlijk uiterwaardengebied. Bent u het met ons eens dat deze plannen niet passen binnen het vigerend bestemmingsplan? Waarom hebt u aan het bestemmingsplan van de gemeente Buren uw goedkeuring (nog) niet onthouden?
  8. Hoe verhouden de plannen zich tot het van toepassing zijnde streekplan?
  9. Om wat voor soort bagger gaat het en wat is de afkomst van het slib?
  10. Wilt u de noodzaak van baggerberging op deze plaats nader toelichten? Speelt daarbij het feit mee, dat de slibstort het ter plekke uit te voeren zandwinningsproject rendabeler maaktrendabel(er) maakt voor de betreffende particuliere ondernemer(s)?

Wij verzoeken u om de antwoorden van het College van GS te agenderen voor de eerstvolgende vergadering van de statencommissie economie en milieu.

Paul Freriks
Fractievoorzitter SP Gelderland

U bent hier