h

Inwoners Weurt en milieuorganisaties dienen bezwaarschrift in tegen afvalstook Electrabel

1 augustus 2004

Inwoners Weurt en milieuorganisaties dienen bezwaarschrift in tegen afvalstook Electrabel

Enkele inwoners van Weurt en milieuorganisaties hebben, met hulp van Toine van Bergen, een bezwaarschrift ingediend bij de Raad van State en Gedeputeerde Staten van Gelderland. Hiermee wil men bezwaar aantekenen aan de onlangs verstrekte vergunning aan Electrabel voor het stoken van afval tijdens de vakantieperiode. Onderstaand volgt de tekst van het bezwaarschrift.

Betreft: Onderbouwing bezwaarschrift tegen uw besluit d.d. 07-07-2004
Goedkeuring Houtacceptatieplan Electrabel Nijmegen Uw nummer: MPM2351

Het onderstaande bezwaar richt zich tegen het goedkeuringsbesluit besluit van 7 juli 2004 van uw directeur van de dienst Milieu en Water (bijlage 1) en de daarvan deel uitmakende acceptatieprocedure houtchips centrale Gelderland van Electrabel d.d. 24-06-2004 (bijlage 2)

Onze bezwaren geven wij hieronder puntsgewijs aan.

1. Geen bezwaar mogelijk door derden belanghebbenden.
Zowel in uw goedkeuringsbesluit zelf, als in de geplaatste advertenties in “De Gelderlander” van 9 mei 2004 en “Weekblad De Brug” van 14 juli 2004 (Bijlage 3), wordt niet vermeld dat wij, als direct belanghebbenden, bij u bezwaar kunnen maken, en aan de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State kunnen verzoeken om uw besluit te schorsen. Uit de communicatie met uw dienst blijkt dat het hierbij niet om een vergissing gaat maar om een bewust gekozen aanpak (mondelinge mededeling betrokken ambtenaar de heer de Gunst d.d. 21 juli 2004) u bent namelijk van oordeel dat alle randvoorwaarden van het besluit al in de vergunning van 1994 zijn vastgelegd

Wij wijzen er in dit verband op dat eerder een acceptatieplan d.d. 18-07-1995 van de toenmalige directeur van de Dienst Milieu en Water, naar aanleiding van bezwaren van Vereniging Dorpsbelang Hees, Stichting Werkgroep Weurt+ en Vereniging Stedelijk Leefmilieu Nijmegen, werd vernietigd door de Raad van State. (Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State nr. E03.96.0894 d.d. 20-06-2001 (vernietiging acceptatievoorwaarden behorende bij de beschikking van EPON Nr. MW92.59956-6093020 d.d. 11-02-1994). Dat acceptatieplan behoorde bij dezelfde vergunning uit 1994, waarop Electrabel zich nu beroept.

Daarbij staat letterlijk in de uitspraak bij punt 2.4 (citaat) "Uit de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 8.13, eerste lid, onder f, van de wet milieubeheer leidt de afdeling af dat artikel 8.9 van de Wet milieubeheer van overeenkomstige toepassing is op het besluit als het onderhavige, dat strekt tot goedkeuring van acceptatievoorwaarden".

Het ontgaat ons ten ene male waarom een provincie die zelf onderwerp was van deze jurisprudentie deze zelf 3 jaar later negeert en daarmee de omwonenden en andere belanghebbenden niet in de gelegenheid stelt tegen het besluit bezwaar aan te tekenen.

2. Besluit niet aangeplakt in het Gemeentehuis
Het besluit dat zoals gezegd wel gepubliceerd is in een dagblad en een plaatselijk huis-aan-huisblad is niet aangeplakt in de gemeente Nijmegen, terwijl de inrichting daar wel gelegen is. Dit is een onjuiste gang van zaken.

3. Procedure in vakantietijd.
Wij maken bovendien bezwaar tegen het feit dat u deze procedure in de zomervakantie van start laat gaan. Dat maakt het voor veel direct belanghebbenden extra moeilijk om hiertegen in het geweer te komen.

U wekt door uw onder bovenvermelde handelen de schijn dat de belangen van Electrabel voor u zwaarder wegen dan de belangen van het milieu en de omwonenden.

4. Vergunning is verlopen.
In uw besluit geeft u invulling aan de door GS afgegeven vergunning van 11 februari 1994. De aanpassing van de (nog oudere vergunning) gaat over het bijstoken van hout. Het bijstoken van hout dat later door de Raad van State is aangeduid als afvalhout. Wij moeten u er daarom op attent maken dat voor inrichtingen waar afvalstoffen worden be- of verwijderd (categorie 28.4 en 5 IVB-Wm) geldt dat een vergunning slechts voor 10 jaar wordt verleend en vervolgens zal een nieuwe aanvraag moeten worden gedaan waarna de doelmatigheidstoets wederom op de bestaande inrichting wordt losgelaten. De oude vergunning is van 1994, vóór invoering Hoofdstuk 10 Wm (Afvalstoffen) .

Als overgangsregeling bij het invoeren van de wet milieubeheer is vastgelegd dat oude op grond van de Hinderwet of Afvalstoffen wet geacht werden vergund te zijn op grond van de Wet milieubeheer. Hierdoor is de regeling van de Wm van toerpassing => na 10 jaar een nieuwe vergunning aanvragen.

5. Juridische toetsing van begrip afval hoort geen onderdeel te zijn van een acceptatieplan.
In uw houtacceptatieplan staan enkele beweringen op grond waarvan het door Electrabel aan te leveren en te verbranden hout geen afvalhout zou zijn. Op deze beweringen komen wij hieronder inhoudelijk terug. Als formeel aspect willen wij hier inbrengen dat juridische beschouwingen over de beoordeling van Europese jurisprudentie geen onderdeel dienen uit te maken van een acceptatieplan. Dit soort beschouwingen dienen gedaan te worden door het college van GS van Gelderland. Op dit punt is de directeur van de Dienst Milieu en Water niet gemandateerd en is het niet juist als hij op dat punt een besluit neemt. Deze juridische toetsing gaat namelijk veel verder dan het puur op onderdelen uitvoeren van een vergunning.

6. Nieuwe vergunning nodig
In de rondvraag van de Statencommissie Economie en Milieu van de provincie Gelderland van 18 juni 2004 werd bijgaande notitie overhandigd aan de aanwezige leden van de Gelderse commissie Economie en Milieu (Bijlage 4).

In de notitie wordt toegelicht waarom GS van Gelderland de directeur hebben opgedragen om dit besluit te nemen. Op 2 juni 2004 heeft de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een in 2002 aan Electrabel verleende milieuvergunning vernietigd. (Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State nr. 200205532/1 d.d. 02-06-2004).

Daarmee heeft de hoogste Nederlandse bestuursrechter voor de tweede keer binnen korte tijd de houtstookplannen van Electrabel geblokkeerd. Wij hebben het gevoel dat u door terug te grijpen op de procedure van de acceptatievoorwaarden uit de vergunning van 1994 een juridische noodgreep uithaalt. Uit de bovengenoemde notitie van 18 juni (bijlage 4) blijkt dat Electrabel de provincie onder druk heeft gezet omdat er grote financiële belangen op het spel staan om niet een nieuwe vergunning af te wachten en ook niet een gedoogbeschikking te maken. De provincie wekt hiermee de schijn van het plegen van “detournement de pouvoir”: het kiezen van een kunstmatige constructie om toch op korte termijn Electrabel van dienst te kunnen zijn. Wij zijn het daar niet mee eens. Wij vinden dat Electrabel net als ieder ander bedrijf met een adequate milieuvergunning moet opereren. Dit betekent dat als er sprake is van grote economische belangen en van grote haast Electrabel en de provincie Gelderland capaciteit moeten vrijmaken om zo'n vergunning tijdig af te geven.

De Raad van State mede de schuld geven voor de vertraging aan de hand van een kromme redenering is helemaal beneden alle peil Citaat uit de notitie van GS aan de commissie: "Omdat de rechter zich maar over een facet van de vergunning heeft uitgesproken, biedt een snelle reparatie van de vergunning op basis van de oude stukken te weinig perspectief". (bijlage 4).

Kennelijk realiseert u zich niet dat:

  • u zichzelf een brevet van onvermogen afgeeft en
  • u hier aangeeft dat reparatie op basis van oude stukken te weinig perspectief biedt, maar deze reparatie intussen wel uitvoert op basis van de hinderwetvergunning uit 1994.

7. Electrabel wel vergunninghoudster?
Een vergunning op grond van de Wet milieubeheer is als vermogens bestanddeel overdraagbaar. Een uitzondering is daarop gemaakt. Daar de persoon van de vergunninghouder bij een afvalstoffeninrichting van belang kan zijn zijn vergunningen waarbij de be- of verwijdering van afvalstoffen is vergund niet overdraagbaar. Wij vragen ons af of de vergunning wel van Epon naar Electrabel is overgedragen.

8. Arrest nog steeds geldig - geen nieuwe situatie.
U beroept zich op de oude vergunning van 11 februari 1994 van EPON (rechtsvoorganger van Electrabel), die volgens u weer van toepassing is nu de Raad van State de in 2002 verleende vergunning heeft vernietigd. Op grond van deze vergunning mag Electrabel alleen schoon hout stoken. Het stoken van afvalhout is immers verboden op grond van de onder bezwaar 1 al genoemde uitspraak van de Raad van State van 20 juni 2001. U stelt dat het hout dat nu aangeboden zal worden niet als afvalhout betiteld kan worden. Wij kunnen uw redenering op dit punt niet volgen. Bij het vrijkomen van gebruikt hout zijn er twee mogelijkheden: of hergebruik (bijv. in de spaanplaatindustrie), of zich ontdoen van hout (zoals in dit geval). Er is dan sprake van afval. Het Arrest van het Europese Hof van Justitie van 15 juni 2000, dat leidde tot vernietiging van de acceptatievoorwaarden van EPON uit 1995, is op dit punt glashelder. In wezen is de situatie nu niet anders dan is beschreven in voornoemd arrest.

9.Verduurzaamd hout niet visueel te scheiden.
U stelt dat er een wezenlijk verschil is met de eerder vernietigde acceptatievoorwaarden. Dit omdat in de inleiding van de tekst van de acceptatieprocedure van Electrabel (Acceptatiepocedure Electrabel, pag. 2) onder punt c. staat: “het hout, waarvan de houtchips zijn gemaakt, is niet afkomstig van spoorbielzen, gewolmaniseerd hout, onderwaterhout of verduurzaamd hout (gecreosoteerd hout)”.

In paragraaf 4.2 (pag. 6) van hetzelfde stuk wordt vermeld dat de controle gebeurt op visuele wijze.

Het uitselecteren van wel en niet verduurzaamd hout is echter visueel onmogelijk, volgens de Stichting advisering Bestuursrechtspraak. Dit blijkt uit een zeer recente uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (200301493/1 d.d. 14-07-2004, Stichting Behoud Leefmilieu Buggenum c.s. versus GS van Limburg). Niet voorkomen kan dus worden, dat zwaar vervuild en verduurzaamd hout (deels zelfs gevaarlijk afval) wordt mee verbrand.

10. Zware metalen niet af te vangen.
Als gevolg van verbranding van geverfd en gewolmaniseerd hout binden zware metalen zich aan het fijn stof. Dit fijne stof wordt door het elektrofilter van de centrale niet afgevangen. Dat blijkt uit een rapport dat in 1997 is opgesteld in opdracht van de provincie Gelderland, in de periode dat EPON (rechtsvoorganger Electrabel) enige jaren afvalhout stookte. (Bijlage 5).

11. Wel andere voorzorgmaatregelen nodig, besluit niet consistent
U stelt in uw brief van 7 juli bij het acceptatieplan (het goedkeuringsbesluit) op blz. 2 dat er voor de bijstook van houtchips geen andere voorzorgsmaatregelen nodig zijn dan die in de inrichting zijn getroffen voor de verbranding van steenkool.

Dit is pertinent onjuist, zoals ook blijkt uit uw de eigen vergunning. Daarin zijn voorschriften opgenomen voor de acceptatie, de opslag en de bewerking van de houtspaanders (voorschriften hoofdstuk 2, 3 en 4). De voorschriften uit hoofdstuk 6 gaan zelfs specifiek in op de maatregelen die genomen moeten worden om de brand en explosiegevaren van houtstof tegen te gaan (o.a. 6.1.3; 6.1.5; 6.1.7; 6.3.6; 6.4.4; 6.4.5; 6.4.12; 6.4.13).

U verklaart in uw besluit deze voorschriften feitelijk overbodig. U bent in uw besluit dus niet consistent.

12. Grotere milieubelasting door toename verkeer
Verder is er bij de houtspaanders ook sprake van een ander wijze van aanvoeren (over de weg in plaats van over het water zoals bij de kolen) hetgeen ook een grotere milieubelasting met zich meebrengt.

Het extra vrachtverkeer als gevolg van het opnieuw opstarten van het houtstookproject is om redenen van milieu en de gezondheid van omwonenden onaanvaardbaar, zeker gezien de aanwezige fijn stof- concentraties in de lucht in Nijmegen West en Weurt.

13. Som van zware metalen i.p.v. duidelijkheid over de afzonderlijke zware metalen
Op pag. 6 van de Acceptatieprocedure houtchips centrale Gelderland (Bijlage 2) staat o.a. een tabel met de milieuhygiënische specificaties van de houtsnippers. Daarbij wordt een grenswaarde en kwaliteitseis gesteld voor een niet uitgesplitste som van zware metalen (Sb+Pb+Cr+Cu+Mn+V+Sn+As+Co+Ni+Se+Te). Dit is volgens ons niet toegestaan. Hiermee wordt namelijk niet duidelijk welke waarden gelden voor de afzonderlijke zeer zwaar milieubelastende stoffen (“de zwarte lijst- stoffen” ) die daardoor ook niet afzonderlijk gehandhaafd kunnen worden.

14. Kwaliteitscontrole in handen afvalleverancier.
In de acceptatieprocedure (bijlage 2) wordt niet duidelijk gemaakt hoe aan de eerst eis (blz. 1): de houtchips zijn geen afvalstof invulling gegeven zal worden behalve doordat Electrabel deze eis aan zijn toeleveranciers oplegt, maar zonder de criteria daarvan te expliciteren.

Daarbij blijft de kwaliteitscontrole expliciet in handen van de leverancier, die zelf de representatieve monsters mag nemen aan het einde van zijn productieproces! Aan het laboratorium wordt vervolgens alleen de eis gesteld dat het onafhankelijk is, nadere eisen (bijvoorbeeld het gecertificeerd zijn van het laboratorium) zijn niet opgenomen.

Het gaat dus om houtsnippers die geproduceerd worden:

Door niet geschikt hout (spoorbielzen, onderwaterhout en verduurzaamd hout) uit het ingangsmateriaal te halen (blz. 6);

Het hout te versnipperen tot houtchips en te controleren of er niet meer dan 0,5% zand, losse verfdeeltjes, glas, losse plasticdeeltjes, losse textiel- en vezeldeeltjes en losse metaaldelen bevatten (blz. 8 Acceptatieprocedure Electrabel)

Hoewel in het acceptatieplan van Electrabel en de het goedkeuringsbesluit er niets over gezegd wordt, hoeft na deze opsomming er geen twijfel meer over te bestaan dat het hier gaat om een "producent" die bezig is zich van afval te ontdoen.

Anders hoefde het verontreinigde hout er niet uit gehaald te worden (zoals eerder gezegd visueel niet mogelijk) en hoefden er geen eisen gesteld te worden aan de percentages verontreinigingen in het houtchips.

Dat er daarbij nog bij de metingen nog het een en ander mis kan gaan hoeft geen betoog. Kleine hoeveelheden zwaar vervuild afval zullen in 40 m3 houtchips gemakkelijk gemengd raken. Dat daarbij pas van 20 deelmonsters een mengmonster gemaakt wordt dat gemeten wordt, betekent dat er feitelijk een mengmonster gemeten wordt van 800 m3. Let wel: dit mengmonster wordt door de producent zelf genomen!

Dat de provincie van een dergelijke producent niet meer wil weten dan de vaagheden die de aanvrager daarvan in zijn acceptatieplan zet, bevreemdt ons. Het is immers overduidelijk dat het hier gaat om een bedrijf dat zich via Electrabel van afval ontdoet, en dat het sterk in eigen hand heeft of daarbij het een en ander wordt bijgemengd of niet wordt verwijderd.

15. Acceptatieprocedure werkt mengen van afval in de hand en is niet handhaafbaar.
M.b.t. de monstername op het bedrijfsterrein van Electrabel merken wij op, dat door een “chemisch medewerker van laboratorium CG13 (en dus van Electrabel)” monsters getrokken worden (pag. 8 acceptatieprocedure). Verder wordt op pag. 8 en verder beschreven hoe gewerkt wordt met dag- en weekmonsters. Door het mengen van diverse monsters worden extreme resultaten “afgevlakt”. Bovendien zal het gevolg van het werken met weekmonsters (die ook nog eerst naar het laboratorium moeten) zijn, dat, indien overschrijdingen geconstateerd worden, de betreffende houtvoorraad inmiddels al verbrand is.

Gezien de grote financielë belangen die Electrabel zelf aangeeft te hebben bij de houtstook is het niet gewenst dat er geen enkele externe controle op de houtmonsters meer in een later stadium kan plaatsvinden. Het is dus minimaal nodig dat er steeds de helft van de genomen monsters bewaard worden (vergelijk het met dopingcontroles) zodat bij twijfel de provincie Gelderland altijd de metingen steekproefsgewijs kan controleren. Zo'n aanpak waarborgt een betere handhaving dan het huidige voorstel dat geen mogelijkheid biedt tot onafhankelijke controle door handhavers.

Voorschriften over het bijhouden van logboeken over de bovengenoemde metingen ontbreken ook.

16. Onduidelijkheid over (te hoge) emissies
Bij uitspraak van 2 juni 2004 ( zie hierboven) heeft de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de aangevraagde vergunning van Electrabel vernietigd, omdat de emissienormen niet deugdelijk zijn gemotiveerd. Ook in dit geval hebben wij grote vragen als het gaat om de emissies als gevolg van het bijstoken van hout.

Het stoffilter van de centrale functioneert de laatste jaren onvoldoende. Tijdens een informatie-avond, op 14 juni 2004 op de Nijmeegse Electrabel- centrale, zei manager Willem Camps dat er in 2005 groot onderhoud plaatsvindt, o.a. aan het elektrofilter. Er komt een nieuw meetsysteem en het verbrandingsproces wordt verbeterd. Zie ook het artikel: “Elektriciteitscentrale volgend jaar plat voor onderhoud” uit De Gelderlander van 16 juni 2004 (Bijlage 6). Op dit moment is de stofemissie per MW bij Electrabel circa 10-15 maal zo hoog als bijvoorbeeld bij EON.

Vreemd genoeg wordt het slecht werken van de rookgasreinigingsinstallatie vervolgens weer ontkend in een paginagrote advertentie, die Electrabel op 10 juli 2004 plaatst in Dagblad “De Gelderlander”. (Bijlage 7) In dezelfde advertentie wordt trouwens wel vermeld dat Electrabel, nu de oude vergunning uit 1994 weer van toepassing is, maar emissieruimte heeft gekregen. Men zegt deze extra emissieruimte niet te zullen benutten. Electrabel heeft echter nog niet om ambthalve aanscherping van haar vergunning gevraagd, dus deze toezegging is niet juridisch afdwingbaar.

Welke gevolgen het ondeugdelijke elektrofilter heeft voor de emissies ten gevolge van de bijstook wordt nergens duidelijk gemaakt en krijgt ook van de provincie nergens de aandacht die dat verdient.

17. IPPC van toepassing
Wij moeten jammer genoeg constateren dat de relatie met Electrabel op een dieptepunt terecht is gekomen. Ondanks plezierige contacten met het bedrijf in het verleden wordt in de eerder genoemde advertentie ons verweten dat wij ons niet aan de wet willen houden.

Kenmerkend is daarbij de volgende passage uit bijlage 7, over de op 2 juni door de Raad van State vernietigde vergunning: “Door een aantal organisaties was bezwaar aangetekend tegen de vergunning. Een van de belangrijkste kernpunten van hun bezwaar was dat zij vonden dat de vergunning te ruime emissiewaarden toestond. Deze emissiewaarden voldeden echter geheel aan de meest recente wetgeving. De bezwaarmakers zijn het dus niet eens met de Nederlandse wet”.

Uiteraard is dit niet het geval. Wel hebben wij in meerdere procedures gewezen op de lacunes in de Nederlandse regelgeving veroorzaakt door het te laat implementeren van Europese regelgeving. Zo is volgens ons de IPPC richtlijn (en daarmee BAT) voor deze kolencentrale van toepassing. In tegenstelling tot de opvatting van de provincie vinden wij dat het huidige besluit getoetst dient te worden aan de huidige regelgeving, waarbij IPPC en BAT relevant zijn. Zie ook de aanvulling van MOB van 23 juli 2004 (bijlage 8).

18.Geen nieuwe gedoogbeschikking
Wij maken op voorhand al bezwaar tegen de plannen van Electrabel om een gedoogvergunning aan te vragen voor het vermalen en verbranden van afvalkorreltjes. (zie bijlage 9 gedoogbeschikking centrale Gelderland) .

U bent hier