h

Beantwoording statenvragen over grondstortingen Teersdijk Nijmegen

30 januari 2005

Beantwoording statenvragen over grondstortingen Teersdijk Nijmegen

Op 24 november 2004 stelde de SP schriftelijke vragen over de grondstortingen aan de Teersdijk in Nijmegen. De vragen zijn door het college van Gedeputeerde Staten alsvolgt beantwoord:

Antwoord op Statenvragen PS2004-861. Arnhem, 18 januari 2005, nr. Z15091

De leden van Provinciale Staten
Grondstortingen Teersdijk Nijmegen
Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen d.d. 24 november 2004, van het statenlid P. Freriks toekomen.

  1. Bent u op de hoogte van de bewuste stort van vervuilde grond, in 1987, op de locatie Teersdijk in Nijmegen?

    Antwoord: Wij zijn niet op de hoogte van het storten van verontreinigde grond op de locatie Teersdijk in Nijmegen. Wij zijn er wel van op de hoogte dat in 1987 grondverzet op die locatie heeft plaatsgevonden. Dat betrof grondverzet wat te maken had met de inrichting van het autosloop- en recuperatiegedeelte.

  2. Vraag 2: Is het juist dat deze stort in opdracht van GS van Gelderland heeft plaatsgevonden?

    Antwoord: Dat is niet juist.

  3. Vraag 3: De oud-projectleider stelt onder andere (citaat): "De provincie had alleen de opdracht gegeven om de vuile grond af te dekken met een kleilaag. Dat vonden we wel gek, omdat de grond vervuild is. Iedereen weet dat als daar weer wat gaat gebeuren, de grond alsnog geruimd moet worden." Wat is hierop uw reactie?

    Antwoord: Afdekken van een bodemverontreiniging als in-situ maatregel was ook toen een gebruikelijke en op grond van de Wet bodembeheer toegestane werkwijze. In het kader van haar bevoegdheid op grond van de Wet bodembeheer is de provincie akkoord gegaan met deze maatregel. De eigenaar van de locatie is opdrachtgever van de maatregel en voert deze uit, niet Gedeputeerde Staten.

  4. Vraag 4: Voldeed de werkwijze van de provincie in 1987 aan de toen geldende wettelijke regelgeving?

    Antwoord: Ja.

  5. Vraag 5: Had of heeft u in verband met het nu te houden onderzoek van de gemeente Nijmegen contact met het gemeentebestuur van Nijmegen?

    Antwoord: Ja, wij hebben contact met de gemeente Nijmegen en stellen op hun verzoek gegevens beschikbaar.

  6. Vraag 6: Wilt u Provinciale Staten te zijner tijd informeren over de bevindingen van het door de gemeente Nijmegen uit te voeren onderzoek?

    Antwoord: Ja, wij zullen u, na ontvangst van de bevindingen van de gemeente Nijmegen, informeren.

Gedeputeerde Staten van Gelderland
J.J.W. Esmeijer, wnd. Commissaris van de Koningin
H.M.D. Brouwer, Secretaris

U bent hier