h

Beantwoording statenvragen over houtacceptatieplan Electrabel

2 maart 2005

Beantwoording statenvragen over houtacceptatieplan Electrabel

Op 10 november stelde de SP vragen over het houtacceptatieplan van Electrabel. De vragen zijn alsvolgt beantwoord:

Antwoord op schriftelijke vragen van de heer P. Freriks
d.d. 10 februari 2005 inzake een houtacceptatieplan van
Electrabel Nederland N.V. (Centrale Gelderland te Nijmegen)

Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid de heer P. Freriks toekomen.

  1. Vraag 1: Is het u bekend dat uit onderzoek gebleken is dat wél en niet gewolmaniseerd hout visueel niet volledig te scheiden is? (Zie ook de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 200301493/1, d.d. 14 juli 2004, Stichting Behoud Leefmilieu Buggenum c.s. versus GS van Limburg).

    Antwoord: Dat is ons bekend.

  2. Vraag 2: In het oorspronkelijke in juli 2004 goedgekeurde houtacceptatieplan stelde Electrabel als kwaliteitseis dat de houtchips maximaal 2,5 gram per kilogram aan zware metalen mochten bevatten. Uit onderzoek van EPON is ons gebleken dat gewolmaniseerd hout 4,1 tot 10 gram per kilogram aan zware metalen (arsenicum, chroom VI en koper) bevat. Zie ook op internet: www.sdnl.nl/epon-3.htm. Dat betekent dat op grond van het oude accepatieplan ruwweg 25% tot 50% gewolmaniseerd hout kon worden bijgestookt met niet vervuild hout. Was u hiervan op de hoogte? Zo ja, waarom bent u destijds akkoord gegaan met de eerste versie van het houtacceptatieplan?

    Antwoord: Het in vraag 2 genoemde percentage van mogelijkerwijs bij te stoken gewolmaniseerd hout is onjuist. In het houtacceptatieplan dat in juli 2004 is goedgekeurd door de directeur van de dienst Milieu en Water is een norm voor ‘som zware metalen’ opgenomen. Deze norm heeft niet alleen betrekking op arsenicum, chroom VI en koper, maar op het totaal van die drie metalen plus lood, zink, antimoon, mangaan, vanadium, tin, cobalt, nikkel, seleen, tellurium en overig chroom (niet zijnde chroom VI). Het maximaal toegestaan gehalte aan de genoemde drie metalen dat in de houtspaanders mag en kan voorkomen is dus niet de 2,5 gram per kilogram zoals in de vraag is genoemd. Overigens komen alle zware metalen, waaronder de genoemde drie, ook in vers gekapt hout voor.
    De 2,5 gram per kilogram voor ‘som zware metalen’ is een grenswaarde. De aangetroffen som voor het totaal aan zware metalen is lager. Ter illustratie: van de analyseresultaten van wekelijkse bemonsteringen welke zijn uitgevoerd door de provincie in de laatste maanden van 2004 zien wij dat er een gemiddelde bijdrage van 0,048 g/kg van de voornoemde drie metalen (inclusief chroom niet zijnde chroom VI) is.
    Verder merken wij op dat de in het oorspronkelijke houtacceptatieplan opgenomen norm voor ‘som zware metalen’ ongewijzigd is overgenomen in het verbeterd houtacceptatieplan dat in januari 2005 is goedgekeurd.

    Gezien de onjuiste veronderstelling waarop de vraag is gebaseerd, kan de vraag verder niet beantwoord worden.

  3. Vraag 3: In het onlangs goedgekeurde vernieuwde en door u goedgekeurde houtacceptatieplan stelt Electrabel als kwaliteitseis dat maximaal 0,3 gram per kilogram van de som van arseen, chroom en koper is toegestaan. Dat betekent dat een lading van 100 kilogram hout maximaal 3 tot 7 kilogram gewolmaniseerd hout mag bevatten. Bent u hiervan op de hoogte?

    Antwoord: Ook het in deze vraag genoemde percentage van mogelijkerwijs toelaatbaar gewolmaniseerd hout of CCA-hout op basis van het verbeterde houtacceptatieplan is onjuist.
    Naast de grenswaarde die voor specifiek de drie genoemde zware metalen geldt op grond van het verbeterde houtacceptatieplan, is er in dat plan een norm opgenomen voor het voortschrij-dend gemiddelde voor deze drie zware metalen. De norm voor het voortschrijdend gemiddelde is dusdanig laag, dat geen opvulling van de grenswaarde kán plaatsvinden met niet-toegelaten CCA-hout, omdat de norm voor het voortschrijdend gemiddelde correspondeert met de achter-grondwaarde van zogenaamd A- en B-kwaliteit houtsoorten, die zijn toegelaten voor bijstook in de Centrale Gelderland. Deze norm voor het voortschrijdend gemiddelde geeft de extra borging van de houtkwaliteit, met het oog waarop Electrabel is gevraagd een verbeterd houtaccep-tatieplan in te dienen. Met dit plan en de daarin opgenomen normen heeft de VROM-Inspectie ingestemd.

  4. Vraag 4: Hoe rijmt u deze gegevens met het feit, dat u in het (oude- en nieuwe) houtaccep-tatieplan nadrukkelijk heeft gesteld dat het verstoken van gewolmaniseerd hout (gevaarlijk afval) niet is toegestaan?

    Antwoord: Met de opgenomen normering wordt aan dit verbod op correcte wijze invulling gegeven.
    Overigens hebben niet wij maar heeft de directeur van de provinciale dienst Milieu en Water, conform de daartoe in de betreffende milieuvergunning vastgelegde bevoegdheid, besloten over goedkeuring van de houtacceptatieplannen.

Gedeputeerde Staten van Gelderland
J.J.W. Esmeijer - wnd. Commissaris van de Koningin
H.M.D. Brouwer - secretaris

U bent hier