h

Beantwoording statenvragen over vuurwerkbedrijf Wolff in Twello

2 maart 2005

Beantwoording statenvragen over vuurwerkbedrijf Wolff in Twello

Begin januari stelde de SP vragen over de handhaving van regelreving rondom de opslag en verkoop van vuurwerk bij het bedrijf Wolff in Twello. De vragen zijn alsvolgt beantwoord:

Antwoord op statenvragen van de fractievoorzitter van de SP inzake vuurwerkopslag Wolff Vuurwerk B.V. De statenvragen zijn gesteld naar aanleiding van een bericht d.d. 31 december 2004 van Omroep Gelderland dat volgens VROM de vuurwerkopslagen van het bedrijf Wolff Vuurwerk B.V. onveilig zijn omdat niet voldaan wordt aan de strenge eisen.

Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid de heer P. Freriks toekomen.

  1. De VROM-inspectie baseert zich onder andere op het feit, dat zij tot twee keer toe een negatief advies over de veiligheidssituatie heeft gekregen van de brandweer regio Apeldoorn. Waarom gaat u hieraan voorbij?

    Antwoord: Wij zijn van oordeel dat Wolff Vuurwerk B.V. in strijd met het Vuurwerkbesluit han-delde door vuurwerk aanwezig te hebben zonder de aanwezigheid van goedgekeurde sprinkler-installaties. Wij hebben Wolff Vuurwerk B.V. gewaarschuwd dat tegen deze overtreding zal wor-den opgetreden.
    Vervolgens heeft Wolff Vuurwerk B.V. op 5 december 2004 aangegeven de volgende maatrege-len te treffen welke volgens haar resulteert in een veiligheidsniveau dat vergelijkbaar is met het niveau dat wordt bereikt met een sprinklerinstallatie:
    I alle bouwtechnische voorschriften van het Vuurwerkbesluit worden nageleefd;
    II buiten werktijd een permanente objectbeveiliger voor beide inrichtingen is gecontracteerd die permanent aanwezig is en elk halfuur door middel van een ronde de inrichting con-troleert;
    III in overleg met de gemeentelijke brandweer voorzorgsmaatregelen zijn getroffen, zoals het plaatsen van aanvalkorven;
    IV in alle opslagruimten (in week 50) brandmelders worden gemonteerd;
    V de “vergunde hoeveelheid” onverpakt vuurwerk in bufferbewaarplaats aan de Zwarte Kolk-straat (ompakruimten) wordt teruggebracht tot maximaal 250 kg;
    VI de werkinstructie voor de eigen medewerkers wordt vernieuwd. Daarbij extra aandacht voor omheining en opslagcontrole en formele overdracht aan object-beveiliger;
    VII bij de gemeentelijke brandweer een actueel aanvalsplan aanwezig is voor beide locaties;
    VIII overleg met bevoegd gezag plaatsvindt over ondernomen activiteiten en actuele situaties.

    Wij hebben vervolgens bij de gemeentelijke brandweer geïnformeerd of zij de directie van Wolff Vuurwerk B.V. ter zake hebben gesproken. In dit kader hebben wij vernomen dat de gemeen-telijke brandweer aan Wolff Vuurwerk B.V. kenbaar heeft gemaakt dat zij bereid is facilitair mee te werken indien een besluit door de provincie is genomen.

    De maatregelen zorgen er onder meer voor dat zodra ingeval van rookontwikkeling een akoestisch en optisch signaal wordt afgegeven, Wolff Vuurwerk B.V. ter overbrugging van de komst van de brandweer, de brand zal bestrijden door middel van slangenhaspels en/of poeder-blussers. Op deze wijze wordt gegarandeerd dat bij een beginnende brand direct water/poeder op het vuur kan worden gebracht. Gelet op het voorgaande alsmede de overige omstandigheden van het geval, hebben wij besloten om het bedrijf een last onder dwangsom op te leggen met als voorwaarde dat de voorgenomen maatregelen (I t/m VIII) worden uitgevoerd. De twee lasten onder dwangsom houden in dat indien op 5 januari 2005 het vuurwerk niet uit beide inrichtingen is verwijderd, een boete zal worden verbeurd met als maximum van € 2.000.000,-- (per inrichting).
    Vervolgens is door middel van toezicht gebleken dat Wolff Vuurwerk B.V. de betreffende maat-regelen heeft getroffen. Op 5 januari 2005 heeft onze toezichthouder geconstateerd dat ter plaatse geen vuurwerk meer aanwezig was.

  2. Hoe zit het met de aansprakelijkheid van de provincie Gelderland als er, ondanks waar-schuwingen van de VROM-inspectie en van de regionale brandweer in Apeldoorn, onverhoopt ongelukken plaatsvinden?

    Antwoord: Allereerst moet worden gesteld dat het bedrijf volledig verantwoordelijk is voor haar handelingen c.q. haar nalaten om handelingen te verrichten.
    Ten aanzien van eventuele aansprakelijkheid van de provincie zou onderzocht moeten worden in hoeverre de provincie (opzettelijk) nalatig is geweest in de uitoefening van haar wettelijk taak. Ingeval van overtreding van wettelijke voorschriften kunnen wij gebruikmaken van de ons ter beschikking staande bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen. Daarbij kan worden gedacht aan bestuursdwang en het opleggen van een dwangsom. Wij hebben de onderhavige omstandig-heden van het geval zorgvuldig beoordeeld en zijn tot de conclusie gekomen dat in dit geval een last onder dwangsom het meest geëigende middel is dat ons ter beschikking staat. De provincie is ter zake dan ook niet nalatig geweest.
    In dit kader merken wij op dat in de provincie Flevoland een vergelijkbare situatie zich heeft voorgedaan, waarbij de provincie een dwangsom heeft opgelegd en de VROM-inspectie van mening was dat gelet op de onveilige situatie het vuurwerk onmiddellijk uit het bedrijf moest worden verwijderd. VROM-inspectie heeft vervolgens een procedure aanhangig gemaakt bij de Raad van State maar de provincie Flevoland is in die kwestie door de Raad van State in het gelijk gesteld.

  3. Vindt u het vanuit het oogpunt van eerlijke concurrentieverhoudingen te verantwoorden dat andere bedrijven wel moeten investeren in dure voorzieningen zoals sprinklerinstallaties? En waarom wordt het bedrijf Wolff Vuurwerk door u veel coulanter behandeld dan andere bedrijven?

    Antwoord: Wij zullen optreden tegen ieder bedrijf dat niet voldoet aan de voorschriften van het Vuurwerkbesluit. Het is echter afhankelijk van de omstandigheden van het geval, op welke wijze wordt opgetreden tegen deze overtredingen. Wij hebben Wolff Vuurwerk B.V. zoals gezegd dwangsommen opgelegd. Het gevolg van deze dwangsommen is dat na 5 januari 2005 in het bedrijf geen vuurwerk aanwezig mag zijn totdat aan de wettelijke eisen is voldaan. Dat betekent dat ook Wolff Vuurwerk B.V. zal moeten investeren in voorzieningen als sprinklerinstallaties.

  4. Wij vernamen dat het Openbaar Ministerie deze zaak in onderzoek heeft. Wilt u ons op de hoogte stellen van de correspondentie tussen u en het Openbaar Ministerie?

    Antwoord: Wij hebben het Openbaar Ministerie op de hoogte gehouden van onze handelingen, zowel telefonisch als door toezending van de afschriften van de dwangsombesluiten. Daarop heeft het Openbaar Ministerie alleen schriftelijk gereageerd door het indienen van een be-zwaarschrift. Het bezwaarschrift zal worden behandeld door de onafhankelijke Commissie be-zwaar- en beroepschriften. Nadat de commissie ons hierover heeft geadviseerd, zullen wij een beslissing op het bezwaarschrift nemen.
    Overigens heeft VROM-Inspectie Regio Oost ook een bezwaarschrift ingediend.
    Te uwer informatie hebben wij de bezwaarschriften van zowel het Openbaar Ministerie als VROM-Inspectie bijgesloten alsmede ons verzoek om aanvullende informatie. Op 15 maart 2005 is een hoorzitting bij de Commissie bezwaar- en beroepschriften gepland. Een week voor de hoorzitting liggen de ter zake relevante stukken (dus ook de later ingekomen stukken) ter inzage in de bibliotheek.

Gedeputeerde Staten van Gelderland
J.J.W. Esmeijer - wnd. Commissaris van de Koningin
H.M.D. Brouwer - secretaris

Bijlage van de provincie met brieven OM en VROM-inspectie richting gedeputeerde Aalderink

U bent hier