h

Electrabel strenger gecontroleerd

22 september 2005

Electrabel strenger gecontroleerd

Een niet betrouwbaar milieujaarverslag en het "vergeten" van melding van een brand zijn voor de provincie Gelderland aanleiding om de Nijmeegse kolencentrale Electrabel strenger te gaan controleren. Dat blijkt uit de beantwoording van vragen van de SP over de bovengenoemde brand, die afgelopen mei plaatsvond.

Tekst van de antwoorden op de vragen van de SP- statenfractie

Vraag 1: Is het juist dat op het Electrabel-terrein, tijdens het demonteren van het zware-olie-systeem, brand is ontstaan?

Antwoord: Ja. Op 18 mei 2005, is omstreeks 13.45 uur, brand ontstaan bij sloopwerkzaamheden aan het leidingensysteem van tank 5, een tank voor zware stookolie. Deze tank is ca. 1½ jaar geleden buiten gebruik gesteld en van binnen gereinigd.

Vraag 2: Wat waren de oorzaken en gevolgen van die brand?

Antwoord: Op 6 juli 2005 zijn de omstandigheden rondom de brand nader beschouwd door een toezichthoudend ambtenaar van de dienst Milieu en Water. De brand is vermoedelijk veroorzaakt doordat tijdens het verwijderen van de flensverbinding door middel van het doorsnijden van de bouten, ondanks reiniging van de leidingen, olieresten zijn vrijgekomen en in brand geraakt. Aanvankelijk is getracht de brand te blussen met de onder handbereik zijnde brandblussers. Uiteindelijk is de brand door de brandweer van Nijmegen binnen 20 minuten na aanvang van de brand en binnen 6 minuten na aankomst van de brandweer geblust. Direct na het blussen van de brand is een aanvang gemaakt met het opzuigen van het bluswater en de verontreinigingen. Daardoor zijn er geen nadelige gevolgen voor het milieu en is er slechts sprake van beperkte materiële schade.

Vraag 3: Klopt het dat Electrabel verzuimd heeft om de provincie Gelderland in kennis te stellen van dit voorval, hoewel dit wettelijk gezien wel verplicht is?

Antwoord: Op grond van artikel 17.2, lid 1 van de Wet milieubeheer diende Electrabel de brand, als zijnde een ongewoon voorval, zo spoedig mogelijk aan ons te melden. Dit heeft Electrabel inderdaad verzuimd. Electrabel heeft wel het incident gemeld bij de Arbeidsinspectie. Na het bezoek van de toezichthoudend ambtenaar van de dienst Milieu en Water heeft Electrabel het voorval alsnog gemeld.

Vraag 4: Is het juist dat Gedeputeerde Staten aangifte heeft gedaan of gaat doen, bij het Open-baar Ministerie, in verband met het niet-melden van dit "ongewoon milieuvoorval"?

Antwoord: Binnen de provincie is een aantal toezichthoudende ambtenaren in dienst die door het Ministerie van Justitie zijn beëdigd als buitengewoon opsporingsambtenaar. Deze zogenoemde BOA’s kunnen zelfstandig een proces-verbaal opmaken. Wij hebben conform het handhavings-beleid aangifte gedaan en door een provinciale BOA is proces-verbaal opgemaakt. Het Open-baar Ministerie te Arnhem heeft dit PV inmiddels in behandeling genomen en zal binnenkort beslissen of, en hoe, zij strafrechtelijk zal optreden.

Vraag 5: Enkele weken geleden presenteerde Electrabel haar milieujaarverslag. Naar de mening van GS was dit verslag niet volledig en deels onbetrouwbaar. Bent u het met ons eens dat het een kwalijke zaak is dat Electrabel nu opnieuw tekortschiet in haar informatievoorziening jegens Gedeputeerde Staten? Welke maatregelen gaat u nemen om herhaling te voorkomen?

Antwoord: Dat Electrabel in de onderhavige zaak niet heeft voldaan aan de wettelijke meldings-plicht (artikel 17.2 Wet milieubeheer) nemen wij hoog op; dit te meer omdat wij Electrabel reeds in onze brief d.d. 15 maart 2005, nummer MPM3401, hebben aangegeven dat het melden van ongewone voorvallen niet goed verloopt en dat bij herhaling mogelijk handhavend zou worden opgetreden. Daarom hebben wij, toen de overtreding opnieuw werd vastgesteld de eerste stap gezet naar strafrechtelijke handhaving en één van onze provinciale BOA’s verzocht om proces-verbaal tegen Electrabel te laten opmaken.

Verder hebben wij bij de directie van Electrabel op 1 augustus 2005 schriftelijk ons ongenoegen geuit over de afhandeling van het incident met de brand. Electrabel heeft daarop schriftelijk haar excuses aangeboden voor de gang van zaken en tevens een aantal maatregelen aangekondigd.

Op grond van het Besluit Risico’s Zware Ongevallen 1999 (BRZO ’99) moet Electrabel een slui-tend informatiesysteem hebben voor ongewone voorvallen. In genoemde brief van 15 maart hebben wij Electrabel tot 1 juli 2005 de tijd gegeven om de procedures en werkwijzen zodanig aan te passen dat ongewone voorvallen zo spoedig mogelijk aan ons worden gemeld. Dit soort controles aan onderdelen van het veiligheidsbeheersysteem in het kader van het BRZO moet gezamenlijk worden uitgevoerd met Arbeidsinspectie en de brandweer. De hercontrole van Electrabel is in dit najaar gepland en hierbij zal dit aspect uitvoerig gecontroleerd worden. Verder zal ook bekeken worden of er bij het incident zelf sprake is van een overtreding van het BRZO. Als wij in de hercontrole vaststellen dat onvoldoende maatregelen zijn genomen zullen wij ook bestuursrechtelijk handhavend optreden.

Aan de wijze waarop gerapporteerd moet worden in het milieujaarverslag zijn eisen gesteld in het Besluit Milieuverslaglegging. In de brief die wij naar aanleiding van het milieujaarverslag aan Electrabel hebben gezonden wordt geconcludeerd dat “het milieujaarverslag onvoldoende be-trouwbaar is"; dit omdat niet alle geleverde gegevens voldoende betrouwbaar waren. Het overleg hierover met Electrabel vindt plaats in een apart traject los van deze zaak.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje
Commissaris van de Koningin

H.M.D. Brouwer
Secretaris

Dossier Electrabel

U bent hier