h

Er gloort hoop voor gepasseerde stations

18 april 2006

Er gloort hoop voor gepasseerde stations

Het ene na het andere trein­station wordt gesloten. Aan de kaalslag langs het spoor komt voorlopig nog geen eind. Toch gloort er hoop voor de gepasseerde stations, ze worden herbestemd voor wonen, werken of vermaak.

Door FLIP VERSTEEGH
ARNHEM

Het boemeltje Tiel­ Arnhem stopt er al lang niet meer. Toch heeft het pittoreske stationnetje bij Echteld een nut­tige functie. Hier woont, althans in het wachtershuisje ernaast, al tientallen jaren Hannes van den Hatert. „ De trein hoor ik echt niet meer, ook al staat mijn bed op zeveneneenhalve meter van het spoor. Ach, je went er aan.”
Hannes, met zijn 82 jaar een be­kend figuur in de Betuwe vanwe­ge zijn stukjes in de krant, le­vert het bewijs dat afgedankte stations nog best een nuttige functie kunnen hebben. Zelf een treinenman (Van den Hatert werkte tot zijn pensioen bij de NS) was hij half jaren vijftig een van de eersten die profiteerden van de gebouwelijke sanering die de spoorwegen toen al inzet­ten. Als werknemer kon hij voor een paar centen het gebouw hu­ren waar hij werkte. Om er te wonen. „ Ik betaal nu nog vijftig euro per maand. Maar daarvoor heb ik het gebouw wel altijd he­lemaal zelf moeten onderhou­den. En da’s best duur.” Nederland telde ooit meer dan 1400 stations, soms immense ar­chitectonische hoogstandjes, soms eenvoudige haltehokjes.

Daarvan zijn er nu nog geen vierhonderd in gebruik. In Gel­derland zijn nog slechts 56 ( van ooit ruim tweehonderd) stations in gebruik.
Veel van de ‘ gepasseerde sta­tions’ (niet zelden schrapte het spoorbedrijf ze als halteplaats) zijn roemloos onder de slopers­hamer gevallen. Of staan nog steeds functieloos te verkrotten. Sommige bereikten de monu­mentenstatus en kregen een nieuwe functie. De voorbeelden daarvan zijn lang niet altijd meer als station herkenbaar.
De kaalslag langs het spoor heeft behalve nostalgische in­middels ook functionele trek­ken. Loketten bemand door mensen van vlees en bloed zijn er alleen nog maar op een hand­vol grote hoofdstations. De kaartverkoop geschiedt overal elders via automaten. Ook aan overige voorzieningen gaat het er steeds kariger aan toe. NS ziet zelf geen commercieel heil meer in de exploitatie van res­tauraties en kiosken.
De fractie van de Socialistische Partij in de Gelderse Staten is dat een doorn in het oog. „ Wie, zoals ik, veel per trein reist, ziet de service met de dag afbrokke­len”, zegt openbaarvervoerspe­cialist Alex Mink. Volgens de SP moet de overheid de afbraak een halt toeroepen en bij de pro­vincie Gelderland wordt die wens nu voorzichtig gehono­reerd. Als concessieverlener voor enkele lijnen kan de pro­vincie eisen stellen aan de ex­ploitant. Dat gebeurt inmiddels ook, hetgeen er bijvoorbeeld toe heeft geleid dat de stationsloket­ten in Duiven, Zevenaar en Doe­tinchem alsnog bemand zijn.
In Wijchen draait sinds kort met provinciesubsidie een uniek project: de heropende sta­tionswinkel wordt gerund door mensen met een functiebeper­king. Ook de VVV heeft er haar kantoor heen verhuisd. „ Alleen al om de sociale veiligheid daar een hele verbetering”, zegt Mink. „ Nu de rest nog.” Voor 26 Nederlandse stationsge­bouwen komt redding vermoe­delijk te laat. Daarvoor zijn sloopvergunnin­gen aangevraagd.

(Artikel uit De Gelderlander d.d. 15 april 2006)

U bent hier