h

Provincie blijft voor puinbreker in Nijmegen West

27 augustus 2006

Provincie blijft voor puinbreker in Nijmegen West

De komst van een puinbreker op het terrein van de DAR in Nijmegen-West is uiterst omstreden. Bewoners- en milieugroepen vrezen een verdere achteruitgang van de toch al slechte luchtkwaliteit. Terwijl er in de toekomst nog een nieuwe dreiging op de loer ligt: de stadsbrug. De SP steunt het verzet en stelde schriftelijke vragen.
De gemeente Nijmegen, aanvankelijk voorstander van het project, ziet er nu liever vanaf. Maar de provincie ziet nog steeds geen bezwaren. Dat blijkt uit de beantwoording van statenvragen van SP-statenlid Toine van Bergen.

Pikant detail is dat de Raad van State inmiddels reden heeft gezien om de vergunning voor een deel te "schorsen". Concreet betekent dat dat er nog geen menginstallatie mag worden gebouwd, waarin - in de open lucht- puinresten met cement gemengd zouden gaan worden.

De SP zal voor de commissievergadering Economie en Milieu van 6 september 2006 een debat aanvragen over deze zaak met milieugedeputeerde van Diessen.

Hieronder staan de tekst van- en de antwoorden op de schriftelijke vragen.

Inleiding
Op 1 mei 2006 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland een milieuvergunning afgegeven aan DAR Milieudiensten B.V. voor het in gebruik nemen van een puinbreker in Nijmegen-West.
De gemeenten Nijmegen en Beuningen en de provincie Gelderland hebben in december 2005 besloten tot een “gezamenlijke aanpak” van de milieuproblematiek in deze zwaar belaste regio.
Centraal uitgangspunt is daarbij dat de milieuoverlast niet verder mag toenemen.
Omwonenden, milieu- en bewonersorganisaties verwachten van de ingebruikname echter veel extra milieuoverlast. Op 1 augustus dient over deze zaak een spoedgeding bij de Raad van State.

Vraag 1: Waarom hebt u ondanks de hierboven beschreven “gezamenlijke aanpak” deze milieu-vergunning afgegeven?

Antwoord: Voor het gebied Nijmegen-West hebben wij inderdaad gekozen voor een gezamen-lijke aanpak. De afgelopen 2 jaar hebben we geïnvesteerd in overleg over verandering van deze milieuvergunning met de gemeente en de DAR. Ofschoon de gemeente graag nog scherpere voorschriften in de vergunning opgenomen had willen zien op het gebied van diffuus stof, bleek dit wettelijk niet haalbaar. De gemeente heeft ambtelijk aangegeven met publicatie van de vergunning in te stemmen. Het heeft ons dan ook verrast dat de gemeente alsnog beroep tegen de vergunning heeft aangetekend temeer omdat de gemeente als aandeelhouder van de DAR, die de vergunning heeft aangevraagd, zeggenschap heeft over de onderneming. Overigens merken wij op dat het criterium “gezamenlijke aanpak” geen weigeringsgrond is voor de milieu-vergunning. De aangevraagde vergunning kan slechts in het belang van de bescherming van het milieu worden geweigerd. Naar onze mening staat het belang van de bescherming van het milieu deze vergunning niet in de weg.

Vraag 2: De gemeente Nijmegen is er inmiddels van overtuigd dat de milieuoverlast als gevolg van de komst van de puinbreker onaanvaardbaar is. Zij is inmiddels druk op zoek naar een andere locatie. Hebt u, voordat u de vergunning afgaf, overleg gevoerd met de gemeente Nij-megen? Wat was hiervan het resultaat?

Antwoord: De aanvraag voor de puinbreker is op 29 april 2004 bij ons ingediend. Wij zijn ruim 2 jaar in overleg geweest met de gemeente Nijmegen en de DAR om de voorschriften in de ver-gunning zo strak mogelijk te formuleren met name vanwege de geluids- en stofproblematiek. Op ambtelijk niveau was er overeenstemming over de (verlening van de) vergunning. Het is ons bekend dat de gemeente bedrijfsverplaatsing onderzoekt.

Vraag 3: De provincie Gelderland heeft onlangs miljoenen euro’s bijgedragen aan de vermin-dering van de milieuoverlast in deze regio, door subsidie te verstrekken aan de Nijmeegse IJzergieterij voor het treffen van milieumaatregelen. Volgens milieudeskundigen wordt de milieu-winst van deze maatregel in één klap ongedaan gemaakt door het afgeven van de milieu-vergunning voor de puinbreker. Bent u het met ons eens dat dit onwenselijk is en verspilling van gemeenschapsgelden?

Antwoord: De stelling dat de gehele milieuwinst als gevolg van te nemen maatregelen bij de Nijmeegsche IJzergieterij (NIJG) ongedaan wordt gemaakt door de vestiging van DAR is niet juist.

De toename van het fijn stof als gevolg van de nieuwe activiteiten van de DAR bedragen een fractie van de besparing als gevolg van de investering in de filterinstallatie bij de NIJG. Afhan-kelijk van de emissieberekeningen (bron/afstand) bedraagt in elke berekening het extra fijn stof door de DAR enkele tientallen kilo’s en de besparing bij de NIJG enige duizenden kilo’s. Mochten de door de heer Van Bergen bedoelde milieudeskundigen over andere berekeningen beschikken dan houden wij ons aanbevolen deze in te zien.

Vraag 4: Is het u bekend dat er op dit moment meer dan voldoende capaciteit is voor puinbre-kers? In hoeverre heeft dit feit een rol gespeeld bij uw belangenafweging?

Antwoord: Het LAP (Landelijk afvalbeheer Plan) heeft voor dit deel van de afvalmarkt volledige marktwerking ingevoerd. De doelmatigheid van de markt voor dit soort bedrijven is geen pro-vinciale afweging meer. Als de afvalbewerking voldoet aan de minimumstandaard uit het LAP, zoals in het geval van de DAR, dan is de doelmatigheid aangetoond. Het aanbod van puin-breekcapaciteit heeft derhalve geen rol gespeeld.

Vraag 5: De ingebruikname van de puinbreker zal zorgen voor 116 extra vrachtwagenbewe-gingen per dag. Vindt u dit aanvaardbaar, mede gezien de al te verwachten toename van de verkeersintensiteit door de ingebruikname van de stadsbrug? Zo ja, waarom?

Antwoord: De toename met (maximaal) 116 extra vrachtwagenbewegingen van en naar de DAR is getoetst aan de Wet milieubeheer en dat heeft niet geleid tot onvergunbaarheid. De reden hiervan ligt met name in het feit dat de DAR is gelegen op een gezoneerd industrieterrein.
Extra vervoersbewegingen op de wegen in de omgeving van de DAR of de voorgenomen stads-brug (in het stadium waarin deze verkeert) kunnen niet in deze afweging worden betrokken. Overigens is de vergunning voor de puinbreekactiviteiten verleend tot 8 augustus 2010. Vóór 8 augustus 2010 dient de DAR een nieuwe aanvraag in te dienen voor een revisievergunning, die dan getoetst wordt aan de wetgeving op dat moment. Ook wordt dan rekening gehouden met de zekere ontwikkelingen binnen het gebied van de DAR.

Vraag 6: Is het juist dat de puinbreker weliswaar inpandig wordt geplaatst, maar dat de deuren openblijven? In hoeverre is er dan nog sprake van toepassen de wettelijk voorgeschreven “best bestaande technieken”?

Antwoord: Ja, de deuren van de hal blijven open. Voor deze activiteiten bestaat geen BREF (referentie document best beschikbare technieken). De Vlaamse Instelling voor technologisch onderzoek (VITO) heeft in januari 2005 een studie gepubliceerd over de best beschikbare technieken (BBT) voor deze sector. Daaruit blijkt dat een (gesloten) hal niet als BBT wordt genoemd. Voorts heeft een volledig gesloten hal veel logistieke nadelen (in- en uitrijdende shovels met ongebroken en gebroken puin). Uit het VITO-document blijkt dat de meest effectieve methode om stofemissie (en stofimmissie) tegen te gaan, het benatten van het materiaal is. Dit wordt bevestigd door onze uitgevoerde luchtimmissieberekeningen. Benatting is in de vergun-ning dan ook voorgeschreven.

Vraag 7: In de buitenlucht komt een menginstallatie te staan, die het puin gaat mengen met cement en ovenslakken. Bent u het met ons eens dat dit voor onaanvaardbare lucht- en geluidsoverlast gaat zorgen? Zo nee, waarom niet? Waarom is er niet voor gekozen om de menginstallatie inpandig te plaatsen?

Antwoord: De menginstallatie is een gesloten systeem, voorzien van een stoffilter. De stof-emissie die hierbij vrij kan komen en de geluidsemissie blijft onder de toegestane normen. De mobiele menginstallatie (vrachtauto met oplegger) zal niet structureel worden gebruikt. De keuze van de uitpandige situering van de menginstallatie is gemaakt door de DAR; toetsing van de milieueffecten van deze situatie heeft niet geleid tot het weigeren van deze activiteit en/of de vergunning.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje
Commissaris van de Koningin

H.M.D. Brouwer
Secretaris

SP erg verbaasd over toestemming Provincie voor puinbreker in Nijmegen

U bent hier