h

SP: Gelderland te afwachtend over uitbreiding luchthaven Lelystad

9 september 2007

SP: Gelderland te afwachtend over uitbreiding luchthaven Lelystad

Het antwoord van Gedeputeerde Staten op statenvragen over de uitbreiding van luchthaven Lelystad stelt de Gelderse SP niet gerust.

SP-statenleden Alex Mink en Eric van Kaathoven hebben in juli vragen over de uitbreiding gesteld. Doel van de vragen was om de Gelderse rol duidelijk te krijgen. Gedeputeerde Staten geven in de beantwoording aan dat er contact is geweest en dat enkele routes zijn verlegd. Zij zien ook geen reden om actiever in te grijpen omdat de geluidszones niet boven Gelderland liggen.
Actiever ingrijpen van Gelderland wordt pas voorzien wanneer de Milieu-effectrapportage is opgesteld.

De Gelderse SP wil dat de provincie eerder ingrijpt omdat de voorgenomen uitbreiding tot een tweede Schiphol leidt.
Luchthaven Schiphol, eigenaar van deze luchthaven, wil een deel van haar taken naar Lelystad overbrengen. Wanneer de verlenging van de startbaan doorgaat wordt Lelystad alleen maar interessanter voor zwaardere vluchten en zal de overlast voor inwoners van de noordelijke Veluwe gaan toenemen. Nu al is er sprake van toenemende verkeersdrukte op de provinciale weg N302. Daarnaast zullen de vliegroutes rond Hulshorst en Hierden overlast voor de bewoners veroorzaken, wat een negatief effect heeft op het toerisme in dit deel van de noordelijke Veluwe.

Hieronder de beantwoording van onze statenvragen:

Vraag 1: Luchthaven Lelystad heeft op 12 december 2006 enkele vliegroutes gepresenteerd. Een van deze routes ligt boven Hierden en Hulshorst. Luchthaven Lelystad geeft aan dat zij in het MER een meest milieuvriendelijk alternatief zal aangeven, wat overigens ook verplicht is. Men constateert ook dat de voorgestelde routes weerstand oproepen.
Welke rol heeft het college van Gedeputeerde Staten in deze kwestie? In hoeverre is uw college betrokken bij het vaststellen van deze routes?

Antwoord: Ons college is tot dusverre niet betrokken geweest door het bevoegd gezag (Ministerie V&W) bij het vaststellen van deze routes, omdat zowel de huidige als de in de toekomst beoogde Ke- en Bkl-geluidszones (voor respectievelijk zwaar en licht vliegverkeer) buiten Gelderland vallen. Daartoe bestond formeel juridisch gezien ook geen aanleiding. Dat neemt niet weg dat wij in het verleden alert zijn geweest op mogelijke effecten voor het Gelders grondgebied.

Zo hebben wij in onze brief aan V&W d.d. 18 februari 2003 verzocht om ons college alsnog te betrekken in de aanwijzingsprocedure voor luchthaven Lelystad. Daarop vond op 14 april 2003 bestuurlijk overleg plaats met de toenmalige staatssecretaris mevrouw Schultz van Haegen, in aanwezigheid van de toenmalige gedeputeerde Aalderink. Dit overleg leidde ertoe dat de aan- en uitvliegroute voor het kleinere (Bkl-) verkeer (aanvankelijk geprojecteerd over de stadskern van Harderwijk) iets werd verlegd in oostelijke richting. De route kwam tussen de woonkernen Hierden en Hulshorst te liggen in plaats van boven Harderwijk, hetgeen per saldo leidde tot een aanzienlijke daling van het aantal potentieel gehinderden.

Sindsdien hebben er over de luchthaven Lelystad geen formele contacten met ons meer plaatsgevonden. Wel is onlangs aan de provincie Flevoland verzocht ons te betrekken bij de nu voorbereide “Commissie-21 Luchtvaartwet” die de ontwerp-aanwijzing en de MER voor Lelystad ter visie legt en de inspraakreacties verzamelt. Dit verzoek was mede ingegeven door de ontwikkelingen rond Lelystad, die duiden op een mogelijk toekomstige overloopfunctie voor het grote vliegverkeer van Schiphol. Een kabinetsstandpunt over een dergelijke overloopfunctie is er nog niet, maar wordt pas begin 2008 verwacht. Daarna vindt hierover discussie plaats in de Tweede Kamer.

Vraag 2: De uitbreiding van luchthaven Lelystad is MER-plichtig op grond van artikel 7.2 Wet Milieubeheer jo. artikel 2 Besluit milieu-effectrapportage 1994 aangezien de voorgenomen verlenging van de startbaan met 2100 meter onder de classificering van bijlage C valt. Momenteel bevindt de MER zich in de ontwerpfase en is er een Planologische Kernbeslissing door het Rijk genomen.
Heeft de provincie Gelderland tot nu toe aan het bevoegd gezag (i.c. de Minister van Verkeer en Waterstaat) een standpunt laten weten?
Zo ja, wat is de inhoud van uw standpunt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Sinds de reeds gememoreerde ‘eigen interventie’ begin 2003 (die betrekking had op fase 1: beperkte uitbreiding van de mogelijkheden van de luchthaven) zijn wij ook voor de uitbreiding voor fase 2 (verlenging van de start- en landingsbaan tot 2100 meter en wijziging van het gebruik) niet formeel geraadpleegd over de uitbreidingsplannen van Lelystad (en dus ook niet in het kader van de MER-procedure), dit vanwege de ligging van de geluidszones buiten Gelderland.

Vraag 3: Bent u bereid om, wanneer de MER in de inspraakfase in de zin van artikel 7.23 Wet Milieubeheer komt, aan het bevoegd gezag uw inbreng over de inhoud van de MER duidelijk te maken?

Antwoord: Uiteraard, dit spreekt vanzelf.

Vraag 4: Bent u het met ons eens dat de uitbreiding van luchthaven Lelystad negatieve consequenties heeft voor de luchtkwaliteit en voorziene geluidshinder rondom de vliegroutes zoals deze momenteel bekend zijn?

Antwoord: Deze stelling is op dit moment lastig te beoordelen. Hiertoe moet eerst de relevante informatie van het Ministerie van V&W en de provincie Flevoland worden beoordeeld. De in maart 2007 door de exploitant van de luchthaven opgestelde milieu-effectrapportage moet nog door het bevoegd gezag (V&W) worden vastgesteld. Daarna start de aanwijzingsprocedure.

Vraag 5: Welke gevolgen voorziet u als het gaat om de toename van het verkeer, en daaruit voortvloeiende effecten zoals geluidhinder en verminderde luchtkwaliteit, op de provinciale weg N302 rond Harderwijk? Kunt u een beeld schetsen van de huidige verkeersintensiteit en milieueffecten van de N302? Bent u het met ons eens dat de uitbreiding van de luchthaven zal zorgen voor een onwenselijke toename van het verkeer op de N302, mede gelet op de toch al toenemende verkeersintensiteit vanwege de aanleg van het industrieterrein Lorentz Oost?

Antwoord: De luchthaven verwacht op grond van aannames dat deze uitbreiding (fase 1) een extra verkeersstroom van circa 1000 auto’s tussen Lelystad-Harderwijk per etmaal zal opleveren. Uitgangspunt bij deze verkeersstroom is dat hierbij ook hoogwaardig openbaar vervoer ontwikkeld wordt. De gevolgen voor de N302 door de voorgenomen uitbreiding fase 2 van de luchthaven zijn nog niet duidelijk.

De MER Reconstructie N302 (2005) gaat uit van gegevens van begin 2005. Voor vliegveld Lelystad was een beperkte toename van het aantal vluchten (fase 1) voorzien en aldus meegenomen in de MER en vervolgens in het Bestemmingsplan N302 (2006-2007).
De verwachte toename van het autoverkeer als gevolg van de uitbreiding van de luchthaven fase 2 zal een klein onderdeel uitmaken van de verwachte verkeersgroei tot 2020. Daarmee is ook het aandeel extra belasting voor lucht en geluid zeer beperkt.
De verkeerstoename ten gevolge van de ontwikkeling van het bedrijventerrein Lorentz-Oost zijn in de groeicijfers voor het verkeer en daarmee in de MER en het bestemmingsplan N302 meegenomen.

Vraag 6: Bent u bereid om te zijner tijd bezwaar te maken tegen de uitbreiding van de luchthaven, in het belang van de inwoners van de Veluwe? Zo nee, waarom niet en op welke juridische grondslag is een bezwaarprocedure volgens u onhaalbaar?

Antwoord: De provincie Gelderland en de Gelderse gemeenten zijn formeel niet in beeld gezien hun ligging buiten de huidige 47 Bkl-geluidszone van luchthaven Lelystad. Zodra dit wijzigt zullen wij uiteraard onze verantwoordelijkheid nemen. Te zijner tijd zal op basis van het dan beschikbare feitenmateriaal worden beoordeeld in hoeverre er aanleiding is om bezwaar te maken tegen de uitbreiding van de luchthaven.

U bent hier