Gelderse SP wil duidelijkheid over OV-chipkaart
Gelderse SP wil duidelijkheid over OV-chipkaart
De Gelderse SP wil dat de provincie duidelijk maakt wat de gevolgen van de recente problemen met de OV-chipkaart voor Gelderland en de Gelderse reizigers zijn. Statenlid Alex Mink stelde daarom een aantal schriftelijke vragen.
Nu het invoeren van de OV-chipkaart in 2009 niet meer haalbaar is, wil de SP van gedeputeerde Van Haren weten wie er op gaat draaien voor de extra kosten en wat de gevolgen voor de Gelderse reizigers zijn.
De landelijke SP heeft eerder al aangegeven dat de huidige situatie niet door de beugel kan. Wat de SP betreft is het einde oefening voor de OV-chipkaart en gaan alle betrokken zo snel mogelijk aan de slag om een nieuw en veilig systeem te ontwikkelen.
Statenlid Alex Mink heeft de volgende vragen gesteld:
1. Bent u op de hoogte van de problemen met de OV-chipkaart? Op welke wijze wordt u door de staatssecretaris en andere betrokkenen op de hoogte gehouden? Welke rol speelt u in de communicatie bijvoorbeeld naar vertegenwoordigers van de reizigers en de OV-bedrijven die in Gelderland actief zijn?
2. Bent u het met de SP eens dat de invoering van de OV-chipkaart in Gelderland in 2009 niet meer haalbaar is? Is hier naar uw mening sprake van uitstel (zo ja hoe lang?) of afstel? Houdt u in uw beleid rekening met dit uitstel en mogelijk afstel?
3. Welke financiële en praktische gevolgen verwacht het college indien de huidige OV-chipkaart niet wordt ingevoerd? En wie gaat deze kosten dragen?
4. Kunt u aangeven welke consequenties de huidige gang van zaken voor de reizigers kan hebben? Welke maatregelen neemt u om in ieder geval de Gelderse reizigers niet de dupe te laten zijn van het falende beleid van de staatssecretaris betreffende de OV-chipkaart?
Antwoorden d.d. 18-5-2008:
Antwoord op vraag 1:
Ja.
Wij worden enerzijds rechtstreeks door Verkeer en Waterstaat op de hoogte gehouden en ander-
zijds geïnformeerd via het Nationaal Mobiliteitsberaad en het IPO.
Onze rol richting de reizigers verloopt via het ROCOV.
Onze rol richting de OV-bedrijven is de rol van concessieverlener versus concessiehouder. De vervoerbedrijven verkrijgen hun informatie daarnaast ook via hun organisaties zoals MOBIS en
Federatie Mobiliteit Nederland.
Antwoord op vraag 2:
De invoering van de chipkaart is primair een taak van de vervoerbedrijven samen met de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. Onze rol is slechts faciliterend vanwege onze positie als
concessieverlener.
Antwoord op vraag 3:
n de afgelopen maanden is een contra-expertise uitgebracht door Universiteit Londen (RUHL),
waarop enerzijds de stadsvervoerders en NS en TLS per brief hebben gereageerd richting de
staatssecretaris, en anderzijds de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (Arriva, Cxxn, Veolia
+ Syntus). Beide partijen hebben inhoudelijk geen verschil in standpunt: alle vervoerbedrijven
vervangen de huidige chip niet.
Wel zal een compleet migratieplan klaar moeten liggen als NS klaar is met nationale uitrol,
medio 2009. Nu is het fraudebeheersingssysteem voldoende omdat lage waarden van financiële
transacties plaatsvinden. Medio 2009, bij volledige aansluiting van NS, zullen hogere/grotere en
meer transacties plaatsvinden en zal het huidige fraudebeheersingssysteem doorontwikkeld
moeten zijn.
Indien blijkt dat frequent fraude plaatsvindt zal een nieuwe chip ingevoerd moeten worden.
Benodigde implementatietijd van een nieuwe chip is 2 à 2,5 jaar dat wil zeggen op zijn vroegst
gereed per 1 januari 2012. Dit is wel van belang voor aanbestedingen van nieuwe concessies en
daarom aandachtspunt voor alle decentrale overheden.
De Federatie blijft in tegenstelling tot de andere partij hameren op duidelijkheid over het kosten-
aspect (de meerkosten) en wil tevens van de Stas weten welke criteria zij hanteert voor het
uitzetten van het Nationaal Vervoerbewijs (de strippenkaart). Dit veroorzaakt op dit moment een
pas-op-de-plaats voor de activiteiten van deze vervoerbedrijven.
Wij volgen de ontwikkelingen nauwgezet.
Antwoord op vraag 3:
Zie antwoord bij vraag 2.
Antwoord op vraag 4:
De huidige gang van zaken heeft nog geen consequenties voor de reiziger.
Zie verder antwoord bij 2.