h

SP stelt vragen over verlies bus- en treinvervoer Syntus

4 januari 2010

SP stelt vragen over verlies bus- en treinvervoer Syntus

Eind december hebben Gedeputeerde Staten, het dagelijks provinciebestuur, besloten om het trein- en busvervoer in de Betuwe en Achterhoek aan Arriva te gunnen. Dit besluit heeft tot veel ophef geleid. Zo is er een petitie gestart voor het behoud van de huidige vervoerder Syntus en staan de regionale kranten vol met berichten over de gang van zaken en steunbetuigingen van reizigers. Treinreizigers tussen Arnhem en Tiel zijn bezorgd over de toekomst van hun treindienst.

De SP deelt alle zorgen van reizigers en personeel. Daarom heeft SP-statenlid Alex Mink enkele schriftelijke vragen over de gang van zaken gesteld. Zo wil hij weten hoe de beoordeling van de offertes is gegaan, hoe Arriva taxi- en touringcarbedrijven gaat inzetten en wat de verschillen in de dienstregeling tussen Arriva en Syntus zijn. Daarnaast wil hij ook weten of Arriva alsnog een stadsbus in Tiel en Culemborg wil laten rijden.

De volgende vragen zijn ingediend:

1. Uit De Gelderlander blijkt dat de offertes van Arriva en Syntus de beoordeling hebben gehaald. De offerte van Connexxion is geheel afgewezen. Kunt u een toelichting geven waarom de offerte van Connexxion geheel is afgewezen?

2. Volgens gedeputeerde Van Haaren kreeg de offerte van Arriva 7,9 punten en de offerte van Syntus 7,6 punten op een schaal van 10 punten. Kan het college exact aangeven op welke punten de offerte van Arriva doorslaggevend was ten opzichte van de offerte van Syntus?

3. De treindiensten Zetten-Andelst – Arnhem en Arnhem-Didam vallen onder de bevoegdheid van de stadsregio Arnhem-Nijmegen. Kan het college aangeven op welke wijze ervoor wordt gezorgd dat de concurrerende treindiensten op elkaar zijn afgestemd, qua dienstregeling, tarieven, informatievoorziening en overstapmogelijkheden?

4. De inschrijvers moesten voldoen aan de eis dat er voldoende openbaar vervoer in de avonduren en weekeinden werd aangeboden. Volgens het persbericht van de provincie is er sprake van meer openbaar vervoer tijdens deze perioden en wordt er materieel ingezet dat wordt afgestemd op de vraag. Op welke lijnen en welke momenten neemt het vervoer ten opzichte van de huidige dienstregeling toe? En wat wordt er verstaan onder materieel dat wordt afgestemd op de vraag?

5. Er is ook gevraagd om de sociale functie van het openbaar vervoer te waarborgen en om nieuwe reizigers aan te trekken. Kan het college exact aangeven op welke wijze deze doelstellingen door Arriva worden verwezenlijkt?

6. Is er op enigerlei wijze sprake van de inzet van belbussen? Zo ja, kunt u dit exact toelichten op lijn- en periodeniveau?

7. In welke mate zal Arriva gebruik gaan maken van onderaannemers en op welke wijze zorgt het college ervoor dat deze onderaannemers kwalitatief goed openbaar vervoer gaan verzorgen?

8. Bent u bekend met het feit dat Arriva regelmatig boetes ontvangt wegens het niet-nakomen van contractuele afspraken? Op welke wijze gaat het college ervoor zorgen dat Arriva afspraken nakomt?

9. Kan het college aangeven welke rol de CO2-reductie bij de beoordeling van de offertes heeft gespeeld? Is dit een doorslaggevend element in de beoordeling van de offertes geweest?

10. Als extra optie werd een aanbieding voor de stadsbussen Tiel, Culemborg en Doetinchem gevraagd, alsmede de bediening van bedrijventerreinen waar nu nog geen busverbinding aanwezig is. Kan het college aangeven welke opties er door Arriva en Syntus zijn aangeboden, tegen welke kosten en onder welke voorwaarden?

11. Kan het college de winstmarges van Arriva op deze concessie aangeven, zeker als er sprake is van de inzet van onderaannemers?

12. Op grond van geldend Europees recht hoeft een verschil van 0,3 punten bij de beoordeling van de offerte nog niet te leiden tot het gunnen van de offerte aan de hoogst beoordeelde partij. Hiervan kan worden afgezien als de aanbestedende overheid aannemelijk kan maken dat dit geringe verschil in punten zal leiden tot extra kosten en onzekerheid in de continuïteit van de bedrijfsvoering ontstaan. Is het college hiermee bekend? En waarom gunt het college deze concessie terwijl er zonder meer sprake is van onzekerheid in de continuïteit van de bedrijfsvoering van de verliezende partij? Heeft de afgewezen offerte van Connexxion daar nog invloed op?

13. In hoeverre is er rekening gehouden met ambtelijke inzet en kosten voor bezwaar- en eventuele beroepsprocedures?

U bent hier