Nipte winst voor Arriva maar SP blijft kritisch (update)
Nipte winst voor Arriva maar SP blijft kritisch (update)
SP-statenlid Alex Mink heeft begin januari vragen gesteld over de gunning van de OV-concessie Achterhoek/Rivierenland aan Arriva. Uit de beantwoording van de vragen blijkt dat bij de beoordeling van de offertes Arriva nipt heeft gewonnen. De SP heeft vervolgvragen gesteld en inmiddels antwoorden gekregen.
Voor de vervolgvragen, zie onderaan in dit bericht.
Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid
R. Mink (SP) over gunning concessie Achterhoek/Rivierenland aan Arriva ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid R. Mink toekomen.
Inleiding
Op 22 december 2009 maakten Gedeputeerde Staten bekend dat Arriva de aanbesteding voor de OV-concessie Achterhoek/Rivierenland heeft gewonnen. De verliezende vervoerder Syntus is diep in de Achterhoekse samenleving geworteld. Daarom heeft dit besluit voor veel ophef gezorgd.
De SP-fractie wil graag over enkele punten opheldering van het college en verwijst daarbij naar de recente publicaties in o.a. De Gelderlander.
Vraag 1:
Uit De Gelderlander blijkt dat de offertes van Arriva en Syntus de beoordeling hebben gehaald. De offerte van Connexxion is geheel afgewezen. Kunt u een toelichting geven waarom de offerte van Connexxion geheel is afgewezen?
Antwoord:
In het Bestek is opgenomen dat, indien er één of meer inschrijvingen zijn die conform de variant “standaard” worden ingediend, inschrijvingen die conform de variant “extra bijdrage” worden ingediend, terzijde worden geschoven. Wij hebben drie inschrijvingen ontvangen, passend binnen
het financiële plafond exploitatiesubsidie van 22,1 miljoen euro per jaar. Alleen Connexxion vroeg een extra financiële bijdrage om de exploitatie te kunnen verrichten.
Vraag 2:
Volgens gedeputeerde Van Haaren kreeg de offerte van Arriva 7,9 punten en de offerte van Syntus 7,6 punten op een schaal van 10 punten. Kan het college exact aangeven op welke punten de offerte van Arriva doorslaggevend was ten opzichte van de offerte van Syntus?
Antwoord:
Er is niet één specifiek gunningcriterium dat de doorslag heeft gegeven. Door de optelsom van de verschillende gunningcriteria heeft Arriva de hoogste totaalscore behaald. Hierdoor is het puntenverschil van 0,3 punten op een schaal van 10 punten ontstaan. Met name op de gunningcriteria
vervoerplan en CO2-reductie heeft Arriva hoger gescoord dan Syntus.
Vraag 3:
De treindiensten Zetten-Andelst – Arnhem en Arnhem-Didam vallen onder de bevoegdheid van de stadsregio Arnhem-Nijmegen. Kan het college aangeven op welke wijze ervoor wordt gezorgd dat de concurrerende treindiensten op elkaar zijn afgestemd, qua dienstregeling, tarieven, informatievoorziening en overstapmogelijkheden?
Antwoord:
Sinds de decentralisatie van de treindiensten Tiel-Arnhem in 2006 en Arnhem-Doetinchem in 2001 worden de treindiensten al gezamenlijk beheerd door Stadsregio Arnhem Nijmegen en de provincie Gelderland. Er zijn afspraken gemaakt over penvoerderschap. Er is hierbij geen sprake van concurrerende treindiensten, maar juist doorgaande treindiensten. De trein uit Arnhem eindigt immers niet in Zetten-Andelst of Didam maar rijdt door naar Tiel respectievelijk Doetinchem-Winterswijk. Alleen de bestuurlijke bevoegdheid wijzigt in die plaatsen. Voor wat betreft de spoorlijn Arnhem-Winterswijk zijn afspraken gemaakt tussen ons college en het college van bestuur van de Stadsregio Arnhem Nijmegen over o.a. prijs, uitstraling en reisinformatie zodat de lijn als één doorgaande hoogwaardige lijn kan functioneren. Provincie en Stadsregio hebben hiertoe een overeenkomst gesloten. De wijze waarop de vervoerder gaat samenwerken met de vervoerder van de Stadsregio Arnhem Nijmegen was tevens een gunningcriterium in deze aanbesteding.
Vraag 4
De inschrijvers moesten voldoen aan de eis dat er voldoende openbaar vervoer in de avonduren en weekeinden werd aangeboden. Volgens het persbericht van de provincie is er sprake van meer openbaar vervoer tijdens deze perioden en wordt er materieel ingezet dat wordt afgestemd
op de vraag. Op welke lijnen en welke momenten neemt het vervoer ten opzichte van de huidige dienstregeling toe? En wat wordt er verstaan onder materieel dat wordt afgestemd op de vraag?
Antwoord:
Conform de wens van Provinciale Staten om in de avonduren na 19.00 uur en in het weekend op het Regionet een vorm van openbaar vervoer in stand te houden, teneinde de sociale functie te waarborgen (motie 40, 8 juli 2009), heeft Arriva op die momenten openbaar vervoer aangeboden.
Arriva biedt zelfs meer openbaar vervoer dan in de huidige situatie. Materieel: Arriva is tegemoet gekomen aan de wens van Provinciale Staten om niet met grote lege bussen te rijden. Naast grote bussen worden er ook kleinere bussen ingezet. Gezien de periode van zes weken voor bezwaar/voorlopige voorziening is bepaalde informatie uit de inschrijving op dit moment nog niet openbaar. Begin februari is een persconferentie voorzien waarin specifieker op onderwerpen als dienstregeling, materieel, en overige onderwerpen uit de inschrijving van Arriva kan worden ingegaan.
Vraag 5:
Er is ook gevraagd om de sociale functie van het openbaar vervoer te waarborgen en om nieuwe reizigers aan te trekken. Kan het college exact aangeven op welke wijze deze doelstellingen door Arriva worden verwezenlijkt?
Antwoord:
Zie vraag 4.
Vraag 6:
Is er op enigerlei wijze sprake van de inzet van belbussen? Zo ja, kunt u dit exact toelichten op lijn- en periodeniveau?
Antwoord:
Zie vraag 4.
Vraag 7:
In welke mate zal Arriva gebruik gaan maken van onderaannemers en op welke wijze zorgt het college ervoor dat deze onderaannemers kwalitatief goed openbaar vervoer gaan verzorgen?
Antwoord:
In het bestek is opgenomen dat wanneer een vervoerbedrijf gebruik wil maken van onderaannemers, de hoofdaannemer te allen tijde verantwoordelijk blijft voor de uitvoering van het overeengekomen te verrichten openbaar vervoer en aanspreekpunt is voor de opdrachtgever. Aan
onderaannemers worden qua materieel, personeel, dienstregeling en dergelijke geen andere eisen gesteld dan aan de hoofdaannemer.
Vraag 8:
Bent u bekend met het feit dat Arriva regelmatig boetes ontvangt wegens het niet-nakomen van contractuele afspraken? Op welke wijze gaat het college ervoor zorgen dat Arriva afspraken nakomt?
Antwoord:
Voor zover ons bekend is, zijn aan Arriva niet meer boetes opgelegd dan aan andere vervoerders in Nederland. Dit item is geen onderdeel geweest van de gunning. Arriva als huidige vervoerder van het concessiegebied Rivierenland is de afgelopen jaren over het algemeen naar onze tevredenheid zijn contractuele afspraken nagekomen. In de aan onze vervoerders verleende concessies, zijn, naast de in de Wet personenvervoer 2000 genoemde bepalingen, artikelen opgenomen over de kwaliteit van de dienstuitvoering en de naleving daarvan. Gedurende de uitvoering van de concessie worden structureel de prestaties van onze vervoerders gemonitord door de medewerkers Concessiebeheer en worden indien nodig bijgestuurd.
Vraag 9:
Kan het college aangeven welke rol de CO2-reductie bij de beoordeling van de offertes heeft gespeeld? Is dit een doorslaggevend element in de beoordeling van de offertes geweest?
Antwoord:
Ons college vindt de reductie van de CO2-uitstoot een belangrijk onderwerp. Het is echter geen doorslaggevend element in de beoordeling van de offertes gebleken.
Vraag 10:
Als extra optie werd een aanbieding voor de stadsbussen Tiel, Culemborg en Doetinchem gevraagd, alsmede de bediening van bedrijventerreinen waar nu nog geen busverbinding aanwezig is. Kan het college aangeven welke opties er door Arriva en Syntus zijn aangeboden, tegen welke kosten en onder welke voorwaarden?
Antwoord:
Wij gaan in de implementatieperiode onderzoeken welke opties wij willen lichten. Gezien de periode van 6 weken voor bezwaar/voorlopige voorziening kunnen wij op dit moment geen specifieke informatie verstrekken over de inhoud van de inschrijving t.a.v. stadslijnen en bediening van bedrijventerreinen.
Vraag 11:
Kan het college de winstmarges van Arriva op deze concessie aangeven, zeker als er sprake is van de inzet van onderaannemers?
Antwoord:
Wij hebben gegund op economisch meest voordelige aanbieding. Dat wil zeggen dat wij aan die vervoerder hebben gegund die voor de jaarlijks beschikbare exploitatiesubsidie van 22,1 mln euro (prijspeil 2008) het beste aanbod heeft gedaan. Het onderwerp winstmarge was geen gunningcriterium bij deze aanbesteding.
Vraag 12:
Op grond van geldend Europees recht hoeft een verschil van 0,3 punten bij de beoordeling van de offerte nog niet te leiden tot het gunnen van de offerte aan de hoogst beoordeelde partij. Hiervan kan worden afgezien als de aanbestedende overheid aannemelijk kan maken dat dit geringe verschil in punten zal leiden tot extra kosten en onzekerheid in de continuïteit van de bedrijfsvoering ontstaan. Is het college hiermee bekend? En waarom gunt het college deze concessie terwijl er zonder meer sprake is van onzekerheid in de continuïteit van de bedrijfsvoering van de verliezende partij? Heeft de afgewezen offerte van Connexxion daar nog invloed op?
Antwoord:
Het aanbestedingsrecht laat geen ruimte om af te wijken van het beginsel te gunnen aan de hoogst beoordeelde partij, hoe gering het verschil tussen “nummer 1” en “nummer 2” ook is. Daarbij doet niet ter zake of “nummer 2” de huidige vervoerder is. Ten aanzien van de onzekerheid in de continuïteit van de bedrijfsvoering hebben wij, wanneer gedoeld wordt op de financiële positie van Arriva, geen enkele aanwijzing dat Arriva niet een
solvabel bedrijf is. Wij hebben bij de gehouden aanbesteding eisen gesteld aan elk van de inschrijvers omtrent hun ervaring en draagkracht. Indien gedoeld wordt op de gevolgen voor de zittende vervoerder, dan houdt de Wet personenvervoer 2000 rekening met het betrokken personeel;
voor de nieuwe vervoerder geldt de verplichting zowel direct als indirect personeel, dat toegerekend kan worden aan de concessie, over te nemen van de zittende vervoerder. Hiermee wordt een goede waarborg gegeven voor behoud van werkgelegenheid en besherming van het zittend personeel.
De inschrijving van Connexxion is, zoals in antwoord 1 is aangegeven, terzijde geschoven en is derhalve niet inhoudelijk beoordeeld.
Vraag 13:
In hoeverre is er rekening gehouden met ambtelijke inzet en kosten voor bezwaar- en eventuele beroepsprocedures?
Antwoord:
De aanbestedingsprocedure is met grote zorgvuldigheid doorlopen, om bezwaar- en beroepsprocedures te voorkomen. In het geval zich wel bezwaar- en beroepsprocedures gaan voordoen, dan verwachten wij dat deze zorgvuldige voorbereiding erin zal resulteren dat de ambtelijke inzet
en kosten voor bezwaar- en eventuele beroepsprocedures relatief beperkt zal zijn.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin
dr.ir. C. Volp - wnd. secretaris
Hieronder de vervolgvragen en antwoorden over het beoordelingsteam.
Inleiding
Naar aanleiding van het artikel “Syntus: biedingen waren niet anoniem” in de Achterhoekse editie van De Gelderlander stelde de SP-fractie vragen. Op 13 januari jongstleden is er een presentatie en een toelichting gehouden voor de Statencommissie. Ook is er een samenvatting van relevante onderdelen van de beoordelingsprocedure verstrekt. Onderstaande antwoorden kunnen daarom beknopt zijn.
Vraag 1:
Wat is de reactie van het college op de uitlatingen van directeur De Leeuw van Syntus?
Antwoord:
De biedingen waren zoals gebruikelijk niet anoniem. De beoordelingen van de biedingen daarentegen hebben wel anoniem plaatsgevonden. Zie ook de beantwoording van vraag 7.
Vraag 2:
Hoe wordt een beoordelingsteam samengesteld?
Antwoord:
Het bestek Aanbesteding openbaar vervoer Achterhoek Rivierenland is op 5 augustus 2009 gepubliceerd op de aanbestedingskalender. In dit bestek staan alle eisen waaraan openbaar vervoer moet voldoen vermeld, alsmede de gunningcriteria en de beoordelingsprocedure. Volgens het bestek wordt de beoordeling van de inschrijvingen uitgevoerd door een beoordelingsteam. Dit team is samengesteld uit diverse specialisten.
Dit is als volgt uitgewerkt. Het beoordelingsteam bestaat uit een kernteam dat alle onderdelen van de inschrijving beoordeelt en waardeert. Het kernteam wordt bij de beoordeling geadviseerd door een expert op het betreffende gunningcriterium. Per gunningcriterium zijn dat andere
experts. De finale beoordeling van de inschrijvingen gebeurt, na het inwinnen van adviezen, door het kernteam.
De beoordelingssystematiek staat in de aanbestedingsleidraad van het bestek. De beoordelingscommissie moet zich houden aan de beoordelingssystematiek zoals omschreven in deze aanbestedingsleidraad. Per gunningcriterium wordt een score gegeven volgens de systematiek zoals deze in het bestek staat. Door op deze manier te werken is sprake van een maximum aan objectiviteit.
Vraag 3:
Kan het college toelichten op welke wijze het beoordelingsteam werkt?
Antwoord:
Het kernteam krijgt voor de beoordeling alle onderdelen van een inschrijving die ze nodig hebben om de kwaliteit te kunnen beoordelen.
De aanvullende leden van het beoordelingsteam krijgen alleen die onderdelen die ze nodig hebben voor de beoordeling van hun specifieke specialisme. Ieder lid van het beoordelingsteam beoordeelt individueel het desbetreffende gunningscriterium. Om een nog grotere objectiviteit in te bouwen, begint ieder lid met een andere inschrijving te beoordelen.
Elk lid van het kernteam vult individueel per inschrijving een scoreformulier in. Na deze individuele beoordeling vindt een plenaire vergadering van de beoordelingscommissie plaats, onder begeleiding van de onafhankelijke voorzitter waar inhoudelijk over deze beoordeling wordt gediscussieerd. Hierbij maken ook de experts hun bevindingen kenbaar aan het kernteam. Daar waar een beoordeling van een lid van de beoordelingscommissie afwijkt van de overige beoordelingen, wordt hierover gediscussieerd. De individuele beoordelaars hebben daarbij de mogelijkheid om, op basis van de gevoerde discussies, zijn/haar beoordeling al dan niet bij te stellen. Hierna wordt voor elk gunningcriterium de score uitgerekend door het gemiddelde van de afzonderlijke scores van de leden te nemen. Hierbij telt de beoordeling van elke beoordelaar even zwaar mee.
Vraag 4:
Op welke wijze en op welke gronden worden externe adviseurs gekozen en benoemd?
Antwoord:
Op hun expertise voor een bepaald onderwerp.
Vraag 5:
Kan het college opgeven welke externe adviseurs er deel hebben uitgemaakt van het beoordelingsteam en per persoon welk expertisegebied zij hebben en welke offerteonderdelen zij hebben beoordeeld?
Antwoord:
In het beoordelingsteam zitten externe deskundigen van diverse adviesinstanties. Hun deskundigheid ligt onder meer op het terrein van het begeleiden van complexe aanbestedingen, verkeer en vervoer, duurzame mobiliteit en luchtkwaliteit en andere mileuaspecten.
Vraag 6:
Deelt het college mijn mening dat het zeer onverstandig is om personen als externe adviseur te vragen, terwijl zij werkzaam zijn geweest voor een rechtspersoon die een offerte heeft ingediend of persoonlijke banden hebben met bestuurders van een rechtspersoon die een offerte heeft ingediend?
Antwoord:
Externe adviseurs op het gebied van openbaar vervoer werken geregeld voor wisselende overheden en bedrijven. Het zijn specialisten die adviseren aan het kernteam, maar zelf kunnen ze geen score geven. Iedereen heeft een geheimhoudingsverklaring getekend.
Vraag 7:
Op welke wijze is de anonimiteit van de biedingen gegarandeerd? (Immers, uit bepaalde passages kan ook herleid worden welke partij de offerte heeft geschreven.)
Antwoord:
De biedingen zijn niet anoniem. Het is niet zo dat de beoordelaars en adviseurs niet wisten met welke Inschrijver ze te maken hadden. Wel is het zo dat de beoordeling anoniem is. Alleen de leden van het kernteam weten van elkaar hoe er is beoordeeld. Daarnaast geldt dat iedereen die bij de aanbestedingsprocedure betrokken is geweest een geheimhoudingsverklaring heeft getekend.
Vraag 8:
In hoeverre en op welke wijze wordt er bij de beoordeling rekening gehouden met de prestaties van de huidige partij?
Antwoord:
Bij de beoordeling wordt geen rekening gehouden met de prestaties van de huidige partij. Dat is wettelijk niet toegestaan. Alleen hetgeen in de inschrijving is vermeld telt mee bij de beoordeling.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin
drs. P.P.L. Kalmthout - secretaris