College Gedeputeerde Staten heeft nog geen visie op gemeentelijke herindelingen
College Gedeputeerde Staten heeft nog geen visie op gemeentelijke herindelingen
Het college van Gedeputeerde Staten spreekt zich nog niet uit over gemeentelijke herindelingsvisie van minister Plasterk die wil naar 100.000plus gemeenten. Het college heeft geen oordeel over de kosten en baten van herindelingen uit het verleden en wacht lopend onderzoek af om te kijken hoe het verder moet in Gelderland. Dit blijkt uit de beantwoording van schriftelijke vragen van de Gelderse SP-fractie.
SP-Statenleden Lucassen en Van Kaathoven maken zich zorgen over een nieuwe golf van gemeentelijke herindelingen en schaalvergrotingen en stelden daarom een aantal schriftelijke vragen. De antwoorden vinden ze weinig geruststellend. Van Kaathoven: “Eigenlijk geeft het college nauwelijks tot geen antwoord op de door de SP gestelde vragen over gemeentelijke herindelingen. Het verwijst naar lopend onderzoek van Van Twist naar herindelingen in Gelderland, Overijssel en Limburg en is in afwachting daarop niet bereid antwoorden te geven op de vragen die leven. Ze geven zelfs geen duidelijk antwoord op de vraag of het college de wens van het kabinet deelt om te komen tot 100.000plus gemeenten of dat het college het met de SP eens dat dit voor Gelderland een onwenselijke schaalvergroting is. Toch niet een heel moeilijke keuze, lijkt me.’ De SP-fractie wil van het college alsnog antwoorden op de gestelde vragen en zal ze daarom later (nadat de uitkomsten van het onderzoek bekend zijn gemaakt) nogmaals stellen.
De vragen en de antwoorden van het College van Gedeputeerde Staten:
Vraag 1 :
Is het college van gedeputeerde staten bekend met de bevindingen van de heer Allers van het COELO (Rijksuniversiteit Groningen) waarin stevige kanttekeningen gezet worden bij de resultaten van herindelingen. Zo blijken lasten en kosten van ambtenaren 10 tot 20% hoger te liggen na herindeling, terwijl vooraf vaak wel gesteld wordt dat er een besparing op lasten en kosten zal plaats vinden. Ook nu zijn ‘besparingen’ weer een argument van het kabinet. Zie ook: http://www.mejudice.nl/artikelen/detail/kabinet-rekent-zich-rijk-met-gem... Hoe oordeelt het college over de conclusies van deze onderzoeker?
Antwoord:
Ja, wij zijn bekend met dit onderzoek. Wij spreken ons niet uit over dit onderzoek. Wij wachten eerst ons eigen onderzoek af. In de tweede helft van 2012 hebben wij, ruim voor het nieuwe regeerakkoord, besloten tot het laten uitvoeren van een lichte evaluatie naar de gemeentelijke herindelingen in onze provincie. Het betreft een gezamenlijk onderzoek met de provincies Overijssel en Limburg, uitgevoerd door professor Van Twist c.s. De resultaten van dit onderzoek verwachten wij dit voorjaar en zullen wij ook delen met PS en de Gelderse gemeenten. Doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de effecten van gemeentelijke herindelingen. Daarbij wordt niet alleen naar het ervaren financiële effect gekeken, maar ook bijvoorbeeld naar de dienstverlening aan de burgers en bestuurskracht.
Vraag 2 :
Welke balans maakt het college op uit de vorige reeks van herindelingen in onder andere de Achterhoek en de Betuwe? Is onderzocht wat deze hebben gekost en opgeleverd? Zijn alle fusiegemeenten een succes te noemen of zitten er ook mislukte projecten van bestuurlijke schaalvergroting tussen? Graag informatie over de bestuurlijke kwaliteiten, de kosten van de herindelingen (lasten) in relatie tot de situatie voor de herindeling, de culturele identiteit die al dan niet is ontstaan en de politieke werkbaarheid van de fusies.
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1
Vraag 3 :
Welke conclusies trekt het college uit de ervaringen uit het verleden betreffende gemeentelijke herindelingen en meer in het algemeen schaalvergrotingen? Ter toelichting: schaalvergrotingen in onderwijs, zorg en bij andere (semi-)publieke organisaties hebben toch vooral negatieve effecten met zich meegebracht. Er is de laatste tijd een tendens om de schaal eerder te verkleinen dan te vergroten. Waarom zou dat niet gelden voor gemeenten?
Antwoord:
Wij zien in de gehele provincie veel initiatieven vanuit gemeenten om te komen tot versterking van hun bestuurskracht door intensivering van ambtelijke en bestuurlijke samenwerking. In januari 2013 hebben wij gezamenlijk met de VNG Gelderland een bestuurdersconferentie georganiseerd over het onderwerp Intergemeentelijke Samenwerking in Gelderland. Dit doen we vanuit de gedeelde verantwoordelijkheid die wij voelen voor de kwaliteit van het lokaal bestuur in onze provincie.
Op basis van de resultaten van het onderzoek van Van Twist en de uitkomsten van de bestuurdersconferentie intergemeentelijke samenwerking in Gelderland werken wij op dit moment aan de nadere uitwerking van de provinciale rol op dit gebied.
Vraag 4 :
Onderschrijft het college voor de Gelderse situatie de wens van het kabinet om te komen tot 100.000plus gemeenten of is het college het met de SP eens dat dit voor Gelderland een onwenselijke schaalvergroting is? Graag met toelichting waarom het college deze mening is toegedaan. Welke factoren zijn daarbij doorslaggevend?
Antwoord:
Wij vinden het belangrijk dat de Gelderse gemeenten beschikken over voldoende bestuurskracht. Zij zijn daarvoor in eerste instantie zelf verantwoordelijk. Wij willen daarbij wel een partner van de gemeenten zijn.
Gemeenten lopen soms tegen problemen aan die om een bovengemeentelijke oplossing vragen. Samenwerking tussen gemeenten is dan gewenst. Dat gaat niet altijd vanzelf. De provincie zal de samenwerking stimuleren door in noodzakelijke gevallen de regie op zich te nemen of andere
gerichte acties in te zetten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan onze rolneming ten aanzien van Millingen aan de Rijn.
In onze ogen dienen gemeenten in staat te zijn om de taken die nu en in de toekomst op ze afkomen op een goede manier op te pakken. Het aantal taken dat in de nabije toekomst op gemeenten afkomt neemt door de decentralisaties fors toe. Dat vraagt veel - en meer dan nu - van de bestuurskracht van gemeenten. Gemeenten kunnen die bestuurskracht op uiteenlopende manieren organiseren, bijvoorbeeld door niet vrijblijvende intergemeentelijke samenwerking of herindeling van onderop. Opschaling is voor ons daarom geen doel op zich, maar kan een middel zijn om bestuurskracht te versterken.
Vraag 5 :
Hoe kijkt het college aan tegen de wens van een aantal kleinere gemeenten (als Rozendaal) om op zelfstandige wijze verder te willen ondanks dat deze niet de door het kabinet gewenste schaal hebben? Sterker nog, ze zitten daar vaak ver onder. Functioneren deze gemeenten naar behoren of is herindeling volgens het college noodzakelijk? Wanneer is het college van plan om dwang toe te passen bij gemeenten die niet mee willen werken aan herindelingen?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 3 en 4.