Gelderland: waterbedrijf Vitens mag commercieel gaan via apart bedrijf
Gelderland: waterbedrijf Vitens mag commercieel gaan via apart bedrijf
Gedeputeerde Staten, het dagelijks provinciebestuur, willen toestaan dat waterleidingbedrijf Vitens op de commerciële toer gaat. Zulke activiteiten moeten volgens de (ontwerp-)Drinkwaterwet worden gescheiden van de publieke taken van de waterleidingbedrijven.
In het geval van Vitens gaat het om rioleringsbeheer (Aquario) en de ontwikkeling van de legionellachip. Zulke activiteiten moeten losstaan van de publieke watervoorziening en de dienstverlening aan de klanten die wettelijk verplicht zijn om hun leidingwater via Vitens in te kopen.
Dit blijkt uit de beantwoording van schriftelijke vragen die in juli door SP-statenlid Alex Mink zijn gesteld. Hij verwees hierbij naar uitspraken van staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken. Volgens de staatssecretaris moeten drinkwaterbedrijven ook de kans krijgen om hun kennis en kunde in het buitenland te verkopen. Nu mogen de bedrijven dit niet: maximaal 1% van de omzet mag naar buitenlandse activiteiten gaan. In het geval van Vitens gaat het dan om een samenwerking met het Zuid-Hollandse bedrijf Evides in derde wereldlanden.
De SP staat nog altijd kritisch tegenover deze plannen. SP-statenlid Alex Mink: “dat zulke activiteiten in een apart bedrijf worden gestopt is natuurlijk logisch. Maar wij willen geen herhaling van vroegere avonturen, zoals met het voormalige NUON Water dat midden jaren negentig allerlei geprivatiseerde Amerikaanse waterleidingbedrijven opkocht. Het zorgen voor veilig, schoon en betaalbaar drinkwater is geen taak van commerciële bedrijven die alleen maar centen willen verdienen!”.
De provincie Gelderland heeft 7,35% van de aandelen in waterleidingbedrijf Vitens.
Lees hieronder de vragen en de antwoorden van Gedeputeerde Staten:
Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid R. Mink toekomen.
Inleiding
In het Financiële Dagblad van 10 juni jl. is een toespraak van staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken over de verbetering van de export van de kennis van de drinkwaterbedrij-ven opgenomen. In deze toespraak, gehouden tijdens de Waterpoortbijeenkomst van 9 juni in Den Haag, stelt de staatssecretaris dat de drinkwaterbedrijven een grotere bijdrage aan de ex-port van de watersector kunnen leveren. Momenteel zijn de bedrijven volgens hem van oudsher voorzichtig en weinig internationaal georiënteerd.
Als praktijkvoorbeeld verwijst hij naar de besloten vennootschap van Vitens en Evides op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. Wat hem betreft zouden de drinkwaterbedrijven ook com-merciële activiteiten in het buitenland moeten kunnen ondernemen. De 1%-regeling, waarbij dit percentage van de omzet aan ontwikkelingssamenwerking mag worden besteed, kan wat hem betreft dan ook worden afgeschaft.
De SP-fractie wil graag van het college van Gedeputeerde Staten in haar rol als aandeelhouder van Vitens weten hoe zij deze uitspraken beoordeelt en of Vitens toekomstplannen in de com-merciële richting heeft.
Vraag 1 :
Bent u bekend met de inhoud van de artikelen Waterbedrijven willen afnemer tegen snel stijgen-de kosten van vervuiling (pagina 3) en Verbeter export waterkennis (pagina 7), zoals gepubli-ceerd in het FD van 10 juni jl.?
Antwoord:
Ja.
Vraag 2:
Wat is uw mening over deze opvatting, die kan leiden tot een fundamentele koerswijziging in de opvattingen over de taak van de drinkwaterbedrijven?
Antwoord:
De minister van VROM heeft in een brief van 16 januari 2009 aan de Tweede Kamer meege-deeld de Nederlandse drinkwaterbedrijven de ruimte te willen geven om een gering deel van de omzet afkomstig van de uitvoering van hun publieke taak in te mogen zetten voor ontwikkelings-hulp. Op die wijze kunnen de bedrijven een bijdrage leveren aan de uitvoering van het WASH-akkoord in het kader van de Millenium Development Goals. Zij geeft aan daarbij 1% van de om-zet als richtsnoer te hanteren. Het is verder aan de publieke aandeelhouders om hier invulling aan te geven. Er zijn geen aanwijzingen dat de regering deze beleidslijn wil wijzigen.
Wij onderschrijven deze beleidslijn. Een dergelijke inzet van kennis en ervaring past bij het maatschappelijk verantwoord ondernemen dat de publieke drinkwaterbedrijven nastreven.
Vraag 3:
Deelt u als aandeelhouder de mening van de staatssecretaris dat het wenselijk is om toe te staan dat drinkwaterbedrijven in het buitenland commerciële activiteiten gaan ondernemen? Zo ja, kunt u dit toelichten aan de hand van relevante marktontwikkelingen in het buitenland?
Antwoord:
Artikel 7, vierde lid van het voorstel voor de Drinkwaterwet verbiedt kruissubsidie tussen activitei-ten die behoren tot de wettelijk opgedragen publieke taken en andere activiteiten. Tevens geldt dat andere activiteiten administratief gescheiden moeten zijn van de publieke taken, waarbij een juridische scheiding de sterke voorkeur heeft. Achtergrond hiervan is dat andere (commerciële) activiteiten geen risico mogen vormen voor of ten laste mogen komen van de openbare drinkwa-tervoorziening of de gebonden klant.
Dit geldt zowel voor activiteiten in Nederland, zoals diensten op het gebied van rioolbeheer (Aquario) als voor andere activiteiten in het buitenland met een commercieel oogmerk, zoals het vermarkten van ontwikkelde kennis en technologie (bijv. legionellachip). Het zijn deze activitei-ten waar de staatssecretaris op doelde. Zolang wordt voldaan aan de wettelijke vooraarden die aan dergelijke activiteiten zijn gesteld, staan wij positief tegenover een mogelijke uitbreiding daarvan.
Vraag 4:
Bent u bereid om als aandeelhouder aan zowel de staatssecretaris als ook de andere aandeel-houders van Vitens duidelijk te maken dat een dergelijke ontwikkeling ongewenst is en niet strookt met de taken die drinkwaterbedrijven uitvoeren?
Antwoord:
Onder verwijzing naar het antwoord op vraag 3 zien wij daarvoor geen aanleiding.
Vraag 5:
Bent u het met ons eens dat drinkwaterbedrijven in publieke handen moeten blijven en zich moe-ten richten op een betrouwbare en betaalbare drinkwatervoorziening?
Antwoord:
Ja.
Vraag 6:
Wat is uw standpunt over de mogelijkheden om andere onderdelen van de waterketen, zoals de zuiveringstaken van de waterschappen en het gemeentelijk rioolbeheer, te integreren in Vitens?
Antwoord:
Wij zijn voorstander van verbetering van de samenwerking tussen de partners in de waterketen. Wij onderschrijven dan ook de uitgangspunten van het Bestuursakkoord waterketen dat tussen de ministeries van VROM en V&W, IPO, Unie van Waterschappen en Vewin is gesloten. Als deze samenwerking ook in organisatorische zin gestalte krijgt, kan dat van meerwaarde zijn.
De primaire verantwoordelijkheid daarvoor berust overigens bij de betrokken partijen in casu gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin
J.H.G. Janssen - plv. secretaris
SP wil geen buitenlandse avonturen van drinkwaterbedrijf Vitens
- Zie ook:
- Algemeen Bestuur
- Statenvragen