Gelderland

Volgens de Vereniging van Aanwonenden aan het ontzandingsproject "Over de Maas" is de in het Land van Maas en Waal geplande grootschalige zandwinning overbodig. Het aanbod van zand zou op dit moment veel groter zijn dan de vraag. Dat was reden voor de SP om hierover aan het college van GS duidelijkheid te vragen. GS vinden de cijfers van de omwonenden echter onjuist, zo blijkt uit de antwoorden.

De zandwinning in Maas en Waal is erg omstreden. Bewoners verwachten veel overlast. En, vinden ze, waarom zou je dan zo'n grootschalig project opzetten als het niet echt nodig is? Immers, zo stellen ze, de productie van zand is op het moment veel hoger dan de vraag.

De SP bespreekt op dit moment de antwoorden met de Vereniging van Aanwonenden. Als de antwoorden van het college van GS onbevredigend blijken te zijn zal de SP hier zeker op terugkomen.

De tekst van de vragen en antwoorden

Statenvragen naar aanleiding van publicatie van cijfers over vraag en aanbod van de hoeveelheid zand in Nederland over de periode 1999 tot en met 2004 door de "Vereniging van Aanwonenden aan het ontzandingsproject "Over de Maas" in de provincie Gelderland".

Vraag 1
Zijn Gedeputeerde Staten bekend met deze cijfers?

Antwoord
Ja

Vraag 2
Kloppen deze cijfers naar het oordeel van Gedeputeerde Staten?

Antwoord
Nee

Vraag 3
Zo ja, is er op grond van deze cijfers dan aanleiding om het beleid ten aanzien van de taakstelling van de provincie bij te stellen?

Antwoord
N.v.t.

Vraag 4
Zo nee, beschikken Gedeputeerde Staten dan over cijfers die het tegendeel aannemelijk maken?

Antwoord
Ja. Gedeputeerde Staten beschikken over een onderzoeksrapport van Rijkswaterstaat gedateerd maart 2005 waarin uitgebreid onderzoek is verricht naar het verbruik, de import/export en de productie aan industriezand in de periode 1994 t/m 2003. Tevens worden door Rijkswaterstaat cijfers bijgehouden van de productie van industriezand, de cijfers van 2004 zijn de meest recente.

Eind 2005 heeft de Commissie Tommel (Commissie taakstellingen beton- en metselzand en flankerend beleid) zijn 4e jaarlijks advies uitgebracht. Dat advies behandelt onder andere de productie van de afgelopen jaren in verhouding tot de behoefte. De gegevens van de Commissie Tommel bevestigen het beeld dat wordt geschetst in het rapport van Rijkswaterstaat.

Vraag 5
Hoe verhouden de door de vereniging gepubliceerde cijfers over het jaar 2003 zich tot het door de provincie op haar website gepubliceerde rapport "Verbruik van beton, metselzand en (gebroken) grind 2003"?

Antwoord
De vereniging stelt dat Nederland meer industriezand zou produceren dan de Nederlandse behoefte. Zij vermelden dat Nederland de afgelopen jaren 27 tot 28 mti heeft geproduceerd en dat de Nederlandse behoefte tussen de 26 en 20 mti schommelde.

Nederlandse behoefte aan industriezand.

Wat de behoefte betreft tonen de cijfers uit het rapport van Rijkswaterstaat aan dat het verbruik in Nederland vrij constant is en in de onderzochte periode schommelde tussen de 21 en 25 mti.

De Commissie Tommel stelt in zijn laatste jaarlijks advies (december 2005) dat uitgegaan kan worden van een gemiddelde Nederlandse behoefte van 22 mti per jaar. Dit komt globaal overeen met de cijfers van de vereniging.

Nederlands productie van industriezand.

Wat productie betreft toont het rapport van Rijkswaterstaat dat deze is gedaald vanaf het jaar 2000: van 22,1 mti in 2000 tot 11,8 mti in 2004. Dit wijkt sterk af van de cijfers van de vereniging.

Conclusie

Terwijl de behoefte gelijk bleef, is de productie dus gedaald. De vraag overstijgt dus juist het aanbod. Deze trend wordt bevestigd door de importcijfers: het rapport van Rijkswaterstaat geeft aan dat de netto import is toegenomen van 4,6 mti in 2000 tot 10,6 mti in 2003. De Commissie Tommel noemt dezelfde cijfers. De cijfers van de vereniging kloppen met name niet waar het gaat om de Nederlandse productie van industriezand.

Vraag 6
Wat is de inschatting van Gedeputeerde Staten van het gebruik van beton- en metselzand over het jaar 2005, waarin verschillende bouwprojecten door de problematiek van fijnstof stilgelegd zijn? En voor 2006?

Antwoord
Indien er een stagnatie in de bouw optreedt - bijvoorbeeld als gevolg van de fijnstofproblematiek - kan dit mogelijk leiden tot een tijdelijke vermindering van het verbruik. Het is gebruikelijk dat er enige schommeling in het verbruik aanwezig is waardoor de inschatting van het verbruik voor een specifiek jaar lastig is. Voor het bepalen van de behoefte wordt daarom uitgegaan van meerjaarlijkse ramingen.

Zoals onder punt 5 reeds vermeld, blijkt uit zowel het rapport van Rijkswaterstaat als uit het recente advies van de Commissie Tommel dat de behoefte in Nederland vrij constant is.

Commissie Tommel gaat uit van een gemiddelde Nederlandse behoefte van 22 mln ton industriezand per jaar. Wij volgen deze raming.

Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje
Commmissaris van de Koningin

H.M.D. Brouwer
Secretaris

Duidelijkheid gevraagd over de noodak van zandwinning in Maas en Waal